rop wijst ikte akte, inge Hof) ti van een klooster pederen- gebleven 1 toelage was een 1 handen nieuwe 1573 is er van door len enige oormalig 1 werden rswoning ling. >7 uitzag 1572, ten ■rein met aan drie zijden bebouwing. Ten zuiden en westen werd het gebied begrensd door waterlopen, respectievelijk de Nieuwesloot en de Minderbroedetssloot. De gebouwen aan de Nieuwesloot en aan het begin van de Doelenstraat zullen de kern van het kloostercomplex hebben uitgemaakt. Duidelijk is de patetswoning te herkennen op de hoek Nieuwesloot-Doelenstraat. De voormalige kloosterkapel is nog in vol ornaat zichtbaar achter de bebouwing aan de Nieuwesloot. Ook op een in 1603 door een onbekende meester vervaardigd schilderij van het beleg van Alkmaar is het kloostercomplex goed te herkennen: linksachter de in 1574 afgebroken kruiskerk van het Minderbroedersklooster zien we de kapel van het Jonge Hof met aangrenzende bebouwing (afb. 2). Zoals gezegd werd een deel van het voormalig kloostercomplex in gebruik genomen als weeshuis. Sinds 1609 werden er alleen kinderen van poorters in opgenomen. In 1684 werd ook het huisarmenhuis gevestigd in het complex. Sindsdien sprak men van burgerwees- en huisarmenhuis. De nadruk bleef liggen op de wezenverzorging. In 1789 vervaardigde J.A. Crescent een tweetal tekeningen van het wees- annex armenhuis. Op de ene (afb. 3) is de bebouwing langs de Nieuwesloot afgebeeld, op de andere (afb. 4) kijken we vanuit de centrale binnenplaats naar het zuiden. Links zien we de voormalige kloosterkapel. Op een andere tekening van Crescent, in 1793 vervaardigd, is de gevel van het wees- en armenhuis aan de Paardenmarkt te zien (afb. 5). Ook de gevels van de Latijnse School met aangrenzende wees- en armenhuisgebouwen aan de Doelenstraat werden eind t8e eeuw door Crescent op papier vastgelegd (afb. 6). In 1811 werd het wees- en armenhuis gevorderd ten behoeve van de huisvesting van een militair hospitaal voor Franse troepen. De wezen werden elders gehuisvest. Pas in 1815 kreeg het stadsbestuur het gebouw terug en richtte het in 1816 in tot kazerne voor het militair garnizoen. Als zodanig fungeerde het tot 1857, toen het garnizoen naar Gouda werd overgeplaatst. Ook aan het verblijf van de Latijnse School in de voormalige kloostergebouwen was inmiddels een einde gekomen. In 1856 werd de school opgeheven; een nieuw opgericht gymnasium kreeg elders onderdak. In 1857 werd de stadstekenschool gevestigd in de voormalige schoolgebouwen.1'» In 1861 besloot het stadsbestuur tot gedeeltelijke sloop van de leegstaande kazerne. Van de gebouwen bewaarde men een deel van het muurwerk ten behoeve van de bouw van een tussenschool. Een dergelijke school was bedoeld voor kinderen van de eenvoudige burgerij. De voormalige kloosterkapel werd na afbraak van de beide eindgevels en verlaging van het overige muurwerk, ingericht totgymnastieklokaal.^Stadstekenmeester 5. Gezicht op de Grote Kerk vanaf de Paardenmarkt. Links het wees- en armenhuis. Tekening door JA Crescent, 1793. Detail. Topografisch-historische atlas, Regionaal Archief Alkmaar 6. Doelenstraat westzijde met gebouwen van de Latijnse School en het wees- en armenhuis. Het linker poortje is van de school, het rechter van het wees- en armenhuis. Tekening door onbekende kunstenaar, i8c eeuw. Topografisch-historische atlas, Regionaal Archief Alkmaar 17

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1999 | | pagina 25