;e Oorlog
l, werden
en dat de
niemand
1 immers
suden de
1585 het
Spaanse
lit drama
u 20 jaar
irdzee en
de tot de
Zwijger,
f, en alle
bittering
nden het
eder hun
tiiging in
re water-
scheiding te zijn geworden. Neen, de Victorie van Alkmaar luidde allerminst een
ononderbroken reeks van successen in.
Wanneer we terugblikken op de staatkundige ontwikkeling van onze gewesten sedert
Alkmaars Ontzet, dan onderscheiden zich drie perioden: 1. de Tachtigjarige Oorlog,
waarvan aanvankelijk de inzet bovenal gewestelijke autonomie en godsdienstvrijheid
was, werd allengs gericht op internationale erkenning als soevereine staat; 2. het slot van
de 18de eeuw en meer nog de 19de eeuw werd gekenmerkt door de worsteling naar
eenheid en cohesie, naar solidariteit en democratie binnen de eigen landsgrenzen, bij
ons geen bloedige strijd, maar wel een moeizaam proces; 3. de tweede helft van onze
eeuw staat juist in het teken van een partieel opgeven van soevereiniteit, van een streven
naar cohesie over de landsgrenzen heen. Het lijkt erop dat na de Tweede Wereldoorlog
het devies van de Republiek der Verenigde Nederlanden 'concordia res parvae crescunt'
('door eendracht worden kleine zaken groot') dat zo symbolisch de vergaderzaal van
onze ministerraad siert, een Europese dimensie heeft gekregen. Met het definitieve
besluit tot het inwisselen van onze nationale munt voor de euro, passeren we
uitgerekend dit jaar wel een heel markante mijlpaal in de geschiedenis van de Europese
eenwording.
Bij deze drie episoden, de groei naar soevereiniteit, de groei naar de eenheidsstaat en
de groei naar Europese verbondenheid, wil ik in dit bijzondere herdenkingsjaar wat
langer stilstaan. Want het is dit jaar niet alleen 350 jaar geleden dat de vrede van
Munster werd gesloten, het is ook precies tweehonderd jaar geleden dat bij ons een
baanbrekende staatsregeling van kracht werd die Nederland voor het eerst een
duidelijke staatkundige samenhang probeerde te geven. Het is dit jaar ook 150 jaar
geleden dat een ingrijpend vernieuwde grondwet een stevig fundament ging vormen
voor een democratisch en helder gestructureerd staatsbestel en voor een echte
constitutionele monarchie. En tenslotte is het dit jaar veertig jaar geleden dat
Nederland samen met vijf andere Europese staten de handen ineensloeg om definitief af
te rekenen met een treurig gewelddadig verleden. Niet al deze vier verjaardagen worden
dit jaar officieel gevierd. Eén zelfs heel bewust niet. Reden temeer om er vandaag een
ogenblik onze gedachten bij te bepalen.
De vrede van Munster kennen wij Nederlanders vrijwel uitsluitend als de vrede
waarbij onze Republiek officieel als soevereine staat op de Europese landkaart kwam te
staan. Veel minder bekend in ons land is het feit dat de vrede van Westfalen, waarvan de
vrede van Munster slechts een onderdeel vormde, ook een einde maakte aan de
Dertigjarige Oorlog, die van 1618 tot 1648 op Duits grondgebied had gewoed en waaraan
naast de vele kleine Duitse vorstendommen vrijwel alle toenmalige, Europese
grootmachten hadden deelgenomen. Net als bij ons ging het daarbij niet alleen om
godsdienstige tegenstellingen maar ook om politieke zeggenschapsverhoudingen. Een
oorlog die weliswaar korter duurde dan onze Tachtigjarige Oorlog, maar met een veel
verwoestender uitwerking. In Duitsland waren gehele landstreken tot de bedelstaf