de burgemeesters van Delft heeft ingelicht over zijn vertrek naar Alkmaar.39 Dat was dus
een jaar later en minder dan een halfjaar voor zijn dood! Misschien heeft Van Foreest
nog geregeld op en neer gereisd tussen Alkmaar en Delft, hoewel dat voor een bejaarde
man met een zwak gestel nauwelijks waarschijnlijk mag heten. Lang heeft Pietets
laatste Alkmaarse dienst overigens niet geduurd: hij overleed op 10 maart 1597.
Nog hetzelfde jaar heeft het stadsbestuur omgezien naar een nieuwe tweede
stadsdoctor. Op 12 augustus 1597 besloot de vroedschap inlichtingen in te winnen over
de ervarenheid van een jonge doctor in de medicijnen die al in de stad werkzaam was.
Op 18 augustus besloot men deze doctor, Stephan Backer, voorlopig voor één jaar aan te
stellen als medicus ordinarius, tegen hetzelfde salaris en op dezelfde voorwaarden als
meester Jan van Teijlingen, zijn naaste collegaA0
Conclusies
Volgens het oudst bekende contract van een stadsdoctor van Alkmaar (1561) moest de
stadsdoctor de gasthuizen en 'scamele luyden' om 'gotswillen' dienen. Later hoorden
alle godshuizen van de stad tot zijn werkterrein. Als vergoeding kreeg hij een
honorarium, in 1559 en 1561 bedroeg dit ƒ36 en was hij vrijgesteld van stadsbelastingen
en wachtlopen voor de schutterij. In 1582 was het honorarium verhoogd tot tachtig
gulden en in 1591 tot honderd.
Naar alle waarschijnlijkheid is meester Melis Cornelisz., wiens optreden we hebben
kunnen traceren tot in 1529, stadsdoctor van Alkmaar geweest. Eerdere stadsdoctoren
van Alkmaar zijn niet bekend. Melis' bekendste leerling, Pieter van Foreest, heeft van
1546 tot 1558 in Alkmaar gepraktiseerd. Hij was niet de jure stadsdoctor, maar wel de
facto. Tot op hoge leeftijd bleef hij het stadsbestuur voorhouden dat hij in Alkmaar wèl
het werk van de stadsdoctor had gedaan, maar er niet voor betaald had gekregen. De
burgemeesters hebben in 1595 Van Foreest alsnog de honneurs gegeven die hem
toekwamen. Veel Alkmaarse stadsdoctoren tot het einde van de zestiende eeuw waren
figuren uit de naaste omgeving van Pieter van Foreest. Hoewel hij gedurende 37 jaar niet
in Alkmaar heeft gewoond, was zijn invloed er duidelijk merkbaar. Van de doctoren die
tot ca. 1575 in Alkmaar hebben gepraktiseerd, is gebleken dat zij universitair geschoold
waren, en in enkele gevallen zelf medische verhandelingen hebben geschreven en
aderlaatkalenders samengesteld. Van één doctor zijn gegevens betreffende zijn
bibliotheek bekend.
Voor dit artikel zijn vrijwel alle beschikbare zestiende-eeuwse Alkmaarse bronnen
gebruikt. De vroedschapsresoluties hebben de meeste informatie losgelaten. Vaak blijkt
echter uit deze bron niet of een kandidaat-stadsdoctor ook daadwerkelijk is aangesteld.
Soms werden de burgemeesters gemachtigd te onderhandelen, maar niet altijd
vernemen we het resultaat van de besprekingen. In sommige gevallen moeten we
aannemen dat die op niets zijn uitgelopen, in andere gevallen blijkt echter dat een
kandidaat wel is benoemd.
21