Onbekende schilder, Waaggebouw, ca. 1620. Olieverf/doek, 104 x 143 cm. Stedelijk Museum Alkmaar (zie ook omslag) waag voor 20 jaar in pacht had gegeven aan Claes Corf voor 1000 pond ineens plus 70 pond per jaar. Het is dan zo'n 7 jaar na de opstand van het kaas- en broodvolk en het lijkt uitgesloten dat er tussen 1491 en 1498 in Alkmaar niet gewogen zou zijn. Tevens dienen wij afstand te nemen van de veronderstelling dat de stad vóór 1491 het waagrecht in eigendom bezat en dat de graaf dit recht eenvoudig zou hebben teruggepakt. Ook de graaf diende zich aan de regels te houden, zodat een brute onteigening wel zeer tegen het publieke rechtsgevoel zou hebben ingedruist. Het kan hoogstens zo zijn geweest, dat de stad de Waag (voordelig) in pacht had, waaraan de graaf bij wijze van strafmaatregel een einde maakte. Hoe het ook zij, Claes Corf verpachtte de Waag door aan Geryt Pietersz. en Jan Gerytsz. (van Egmond van de Nijenburg) die, als behorend tot de lokale elite, de Waag evenmin zelf bediend zullen hebben. Vanwege de vele misbruiken was een en ander niet naar de zin van de rentmeester van Kennemerland, die de zaak voor het Hof van Holland bracht. In hoger beroep maakte de Grote Raad van Mechelen in 1513 de verpachting ongedaan. Tegen Jan Gerytsz. werd het proces voortgezet wegens begane delicten. Tot een vonnis is het echter niet gekomen, want in 1518 legde keizer Karei V de Grote Raad een eeuwig stilzwijgen op, gezien de hoge leeftijd van Jan. Een nobele ingreep van de keizer? Een bijliggend vodje papier blijkt een kwitantie te zijn, ten bewijze dat Jan Gerytsz. 400 pond heeft betaald om onder het proces uit te komen. Al deze stukken zijn te vinden in het Stadsarchief, mèt die over de bouw en uitbreiding van de Waag en de ruzie met de bewoners van de VoordamA In dit kader is slechts van belang dat koning Philips II in 1557 760 pond per jaar uit de Alkmaarse Waag

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1998 | | pagina 4