Melis Cornelisz. Pieter van Foreest noemt in zijn Observattones 'Aemilius medicus' als een van zijn leermeesters. Over deze Aemilius, Amelis of gewoon Melis hebben we slechts enkele gegevens. Voluit was zijn naam Melis Cornelisz. We komen hem voor het eerst tegen als medicus in 1529, en wel in een jaarrekening van de abdij van Egmond: 'Item medico nostro Alckmarie magistro Melis ipso die Dorothee [6 februari] pro salarii per annum XII gl.'.P Hieruit valt op te maken dat meester Melis in 1529 als vaste medicus van het klooster - de klerk van het klooster duidt hem immers aan als 'medicus noster' - de abt en monniken heeft behandeld, voor eenjaarsalaris van twaalf gulden. In welke jaren hij in dienst is geweest, weten we niet. Van Melis' optreden in Alkmaar is de behandeling bekend in 1540/41 van de aanstaande schoonmoeder van Pieter van Foreest, Jooste Jansdr. van Egmond van de Nijenburg, de weduwe van Augustijn van Teijlingen.10 Uit het kohier van de 'verpondinge', opgemaakt op 8 januari 1534, blijkt dat 'meester Hendrick Goltzius, Amelius doctoor' in een huis aan de zuidzijde van de Alkmaarse Langestraat woonde.11 Portret van Pieter van Foreest, Zijn bezit werd op nul geschat, wat toch opvallend is voor een doctor medicinae, 1585. bovendien opvallend voor iemand die in de Langestraat woonde, de hoofdstraat van de Gravure, 13 x 7,9 cm. stad. Mogelijk betreft het hier een vrijstelling van 'excijs' in verband met zijn Topografisch-historische atlas, stadsdoctorschap. Dat de stadsdoctoren waren vrijgesteld van stadsbelastingen zullen Regionaal Archief Alkmaar we hierna nog vaak zien. Eind 1539 of begin 1540, las meester Melis Cornelisz. aan Pieter van Foreest, die zich op 28 april 1539 aan de universiteit van Leuven had laten inschrijven maar al spoedig weer naar huis was teruggekeerd, een paar werkjes ('opuscula') van de beroemde arts-alchemist Arnaldus de Villanova (ca. 1240-1311] voor.12 Deze Arnaldus was een adept van de Arabische arts Avicenna (980-1037). Hij benadrukte het belang van de waarneming en leerde dat alle ware kennis van de zintuigen afkomstig was. De kennismaking met zijn werk moet voor Van Foreest van grote betekenis zijn geweest: later kwam ook voor hem de waarneming in de eerste plaats. Meester Melis heeft dus met zijn lessen een belangrijke bijdrage geleverd aan de vorming van de jonge Van Foreest. Deze noemt Melis later niet voor niets 'praeceptor meus' (mijn leermeester).*3 Dat Pieter zich onder leiding stelde van doctor Melis, zegt niet alleen iets over diens kwaliteiten, maar wellicht ook over het niveau van het onderwijs aan de geneeskundige faculteit van Leuven. Mogelijk heeft Van Foreest in Leuven niet kunnen vinden wat in Alkmaar wèl aanwezig was. Misschien was het onderwijs in Leuven Atat. Jizt 04 A-jsetr. tS^9- c cti vtuttm vtihJcas, eenlts attjuc etr ïvtrjium yrftzjus Ac mini (tcxtentntr Jnht I. t taménujemum tttatn/s ttmula raUidit, arjns 7 £t qiurjtinma prtrjhltl- arte Jïascn Har uhi rr/rfj/fie, /ii/ylrf Jtcjtnyca Ferrf/utri Et/t aai tetus ilttur tn tTrettln. -7 - VAA

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1998 | | pagina 11