m vinden aan de hand van de aanduiding trapgevel. En er komt nog iets bij: daar waar de nummers wel te vinden waren, op de gewone woonhuizen, bleek dat in Alkmaar naar verhouding veel hernummerd is. Het valt te begrijpen dat de aloude woonplek aanduiding in de binnenstad van Alkmaar springlevend is gebleven: u moet zijn op het tweede huis van de hoek, recht tegenover die en die winkel; die zaak naast de kerk, achter het stadhuis enz. Voor het eerst viel het me op dat dit minder rationele systeem ook minder kwetsbaar is en de waarneming van de omgeving levend houdt. Op het punt van naamgeving moet voor Alkmaar nog een heel bijzonder jaartal worden gememoreerd: 1871. Op 17 mei van dat jaar besloot de toenmalige gemeenteraad bij de behandeling van de gemeentebegroting tot het plaatsen van naambordjes. Deze vastlegging van namen zou spontane nieuwvormingen tot het verleden doen behoren. Ook hield dit besluit een definitieve beslissing in ten aanzien van een aantal nog niet vastliggende of meer keren voorkomende straatnamen. Op 30 augustus van dat jaar4 werd de gemeenteraadsleden een voorstel tot vast te leggen namen voorgelegd, dat op dat moment voor de binnenstad inhield (hier verkort weergegeven): 1. Molenbuurt; 2. Zevenhuizen, Voormeer, Schelphoek; 3. Mosterdsteeg; 4. Maria Magdalenenstraat (verzet van de raadsleden, omdat Schapensteeg algemeen gebruikelijk was, men neemt om die reden Schapensteeg, een beslissing die een aantal jaren later weer werd teruggedraaid); 5. Tienenwal; 6. Zandersbuurt (beide zonder tegenstemmen); 7. Kanaalvest (ontmoet verzet, met 10 tegen 3 stemmen wordt het vervolgens Kanaalkade); 8., 9., en 10. voorstel om één naam te geven 'aan de straat van de Paardenmarkt tot de Kanaalkade' en wel Gedempte Nieuwesloot (andere 'kandidaten' zijn 'Gleiniszstraat', 'Sonoijstraat', 'Drebbelstraat' en 'Oranjestraat'; met 10 tegen 3 stemmen wordt het Gedempte Nieuwesloot). Het illustreert voortreffelijk de moderne wijze van straatnaamvorming: van spontaan ontstaan van de naam in de middeleeuwen, met alle logische verbindingen die daarbij horen, is de naamgeving gegroeid tot gepland stadsbeleid in de 'moderne' tijd. Het is echter wel zaak dat de burgers enige vigilantie aan de dag leggen om 'Amersfoortse' toestanden te voorkomen. Noten 1. J.F. Steussy, Straten schrijven historie. Biografisch en historisch stratenboek van Amsterdam (Laren, 1951). 2. P.J. Meertens, 'Straatnaamgeving in de middeleeuwen', in: Middeleeuwse en moderne straatnaamgeving, Onomastica neerlandica (Leuven/Brussel, 15)53)8- 3. 'Herkomst van straatnamen', in: Alkmaar, gevels van de binnenstad (Alkmaar, 1980) 258-264. 4. Notulen raadsvergaderingen Alkmaar 1871, 259-261. 17

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1998 | | pagina 25