mooie, vaak herkenbare band met het verleden. In die gedachtengang is het zaak zuinig te zijn op de namen die er zijn, en voorzichtig te zijn met het verzinnen van namen die nog moeten komen. Veranderingen zijn jammer, hoewel soms wel begrijpelijk. Zo waren de bewoners van de voormalige Zakstraat een eeuw geleden niet blij met die naam, zij vonden hem niet chic genoeg. De straat liep ooit dood op de vestingwal, zoals de oudste kaarten van Alkmaar te zien geven, en zaksteeg was daarvoor een normale benaming; je vindt zakstraten en -stegen in vrijwel alle steden in de Lage Landen, zoals je ook overal Kromfmejelleboqgstegen vindt, naar de loop zo genoemd. Of de plaatsvervanger Bloemstraat voor de oude Zakstraat écht deftiger is, dat betwijfelen wij een eeuw later wel weer. Als alles verandert, laat de naam dan waar mogelijk maar blijven; hij geeft die noodzakelijke verbinding met een verleden dat als gemeenschappelijk erfgoed gekend moet worden en waar men beter voorzichtig mee kan omspringen. Amsterdam weet daar alles van: de stad zat na nieuwe politieke ontwikkelingen (Hongarije 1956) in de maag met de verandering van de zo goed herkenbare naam Amstellaan in Stalinlaait als eerbetoon aan bevrijder en bondgenoot Jozef Stalin. Men had kunnen terugkeren naar de oude naam, maar koos voor weer een andere naam: Vryheidslaan. Hoe het nu met de Kennedystraten en -lanen moet, na de jongste publicaties over deze president, weten we niet. Als we even streng zijn als bij namen uit het voormalige oostblok, dan zouden consequenties getrokken moeten worden. Het is niet voor niets dat de richtlijnen voor straatnaamcommissies voortdurend zijn aangescherpt, want te vaak zijn gemeentes na spontane naamgevingen voor onaangename verrassingen komen te staan. Recente naamsveranderingen in diverse steden geven aan dat de gemeentebesturen zich niet altijd bewust zijn van de waarde van gewone straatnamen voor de cultuur van een stad of land. Het treurige dieptepunt op dit gebied vormt wel de beslissing van het Amersfoortse gemeentebestuur om een wijk op te tuigen met Engelse computernamen; de stad zit zodoende opgescheept met een Software- en Iiiputstraat, aanduidingen waar wij als gewone burgers al lang Nederlandse termen voor hebben. Nog een geluk dat de Drivedreef er niet van gekomen is! De Alkmaarse bestuurders lijken hierin gelukkig voorzichtiger te zijn geweest. De Alkmaarse straatnamen zijn al eerder door diverse historici onderzocht en verklaard, onder meer door de bekende stadsarchivaris en museumdirecteur Th.P.H. Worteld Niettemin valt op grond van nieuwe ontwikkelingen in de archeologie en geschiedschrijving van de stad op een aantal plaatsen inmiddels weer wat meer over de straat(naam)ontwikkeling te zeggen. Daarom heb ik me gewaagd aan de taak een aantal interessante gegevens uit de huidige stand van zaken onder de noemer van de straatnaam bijeen te brengen; overigens betreft dat uitdrukkelijk een keuze die is gemaakt rondom de straat-en naamsontwikkeling, want een stadsgeschiedenis is een heel andere zaak. Toch zijn deze zaken zo onverbrekelijk met elkaar verbonden, dat enige aanvulling en bijsturing vanuit de huidige stand van kennis omtrent de stadsgeschiedenis zeer noodzakelijk bleek.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1998 | | pagina 23