m
het
Nassauplein ten behoeve van de bouw van een
appartementencomplex;
- de sloop van de school aan de Burgemeester
Palingstraat;
- de verbouw van het Waaggebouw aan het
Waagplein;
- de uitbreiding van de terrasjes aan het Waagplein;
- de verbouwing van Huize Voorhout aan de
Kennemerstraatweg tot appartementencomplex.
Sommige van deze plannen geven aanleiding tot
bezorgdheid. Zo dreigt de uitbouw aan het Waag
gebouw te gaan detoneren met het historische
karakter van het gebouw. Met name het op de 18de
eeuw geïnspireerde kleurgebruik van de uitbouw
riep vragen op bij de leden van de werkgroep. Ook
wordt gevreeesd dat de plannen voor de nieuwe
opstelling van de terrasjes aan het Waagplein
's zomers wel eens kunnen zorgen voor saaiheid, als
de fraaie gevelwand van het plein verdwijnt achter
een monotone opstelling met een minimum aan
variatie. De wijk aan de Baansingel die nu op de
nominatie staat om te verdwijnen bestaat uit
vernieuwende en waardevolle architectuur. Daar er
weinig andere voorbeelden zijn van deze bouwstijl,
betreurt de werkgroep de voorgenomen plannen. Dat
geldt ook voor de sloop van de karakteristieke school
aan de burgemeester Palingstraat en het pand van
architect Saai, dat in Alkmaar bijzonder in zijn soort
is. Zorgen maakt de werkgroep zich ook over de
toekomst van voormalig kaaspakhuis Eyssen aan de
Koningsweg. Tegelijkertijd kijkt de werkgroep met
belangstelling uit naar de schetsontwerpen die
Architectenbureau Mecanoo uit Delft momenteel
ontwikkelt voor de huisvesting van de bibliotheek,
het centrum voor kunstzinnige vorming en het
museum aan het Canadaplein.
Er speelt zich momenteel dus veel af in Alkmaar.
De hausse aan bouwactiviteiten is inherent aan een
tijd waarin het economisch voor de wind gaat. Het is
moeilijk om altijd adequaat in te spelen op alle
plannen, temeer daar het niet altijd duidelijk is wat
de reikwijdte is van bestaande bestemmingsplannen.
De werkgroep streeft er naar om zich constructief
maar wel kritisch op te stellen. Steeds maar weer
bezwaren indienen tegen nieuwe plannen heeft geen
zin. Vernieuwing kan weliswaar provoceren, maar
ook tot nieuwe inzichten leiden. Daar is niets tegen,
zoals de geschiedenis van de bouwkunst ons leert. De
vinger moet echter aan de pols worden gehouden, om
te voorkomen dat bepaalde verworvenheden uit het
verleden met te weinig respect en historisch besef
worden behandeld. Het gaat dus vooral om
kwaliteitsbewaking. Daarom is de samenwerking
met het Bureau Monumentenzorg en Archeologie
van de gemeente Alkmaar en met de Rijksdienst voor
de Monumentenzorg in Zeist zo belangrijk.