terecht opmerkt werd zij alleen maar 'uytgedagt in navolging van de Haerlemmer
Heldinne Kenauw Hasselaar, op dat onze Stad in deeze niet minder dan Haerlem zijn
soude'. Van de i8de-eeuwse schilderijtjes die hij noemt, zijn er voor zover mij bekend
geen bewaard gebleven. Wel bezit het museum een stuk van een schoorsteen dat in 1747
in het Pesthuis werd geplaatst, waarin een vermoedelijk ouder paneeltje met de heldin
is opgenomen (afb. 5).
Onder invloed van het nationalisme werd de heldin in de 19de eeuw nieuw leven
ingeblazen. De schrijver Jan Krabbendam wijdde in 1835 een roman aan haar, die hij
Catharina Rembrands, of Het Beleg van Alkmaar noemde.8 Hij beschrijft hierin hoe een
Spaanse soldaat die met zijn vaandel zwaait en 'Zege! Zege! de stad is ons! Victorie! roept'
door Trijn Rembrands wordt afgestraft. 'Maar snel trad een meisje met een genadelooze
doodsverachting voorwaarts, en stiet op den verwaten Spanjaard in, die zonder enig
geluid, rochelend in zijn bloed ter aarde zeeg. Ijlings had zij het vaandel van de
standaard gescheurd en met haar tanden vaneen gereten'. 9 De held die de vlag van de
vijand met zijn of haar tanden verscheurt, is een veelgebruikt beeld in de literatuur en
de beeldende kunst van het begin van de 19de eeuw. Het was de ultieme belediging aan
het adres van een vijandig leger.10 De legende van Trijn Rembrands bleef lang
voortbestaan, getuige het reusachtige doek dat J.W.A. Hilverdink in 1864 schilderde (afb.
6). Ook hierop is zij te zien, terwijl zij op bloedige wijze korte metten maakt met een
aantal Spanjaarden.
Hoe ver deze geëxalteerde vorm van nationalisme tegenwoordig van ons afstaat,
wordt duidelijk als we lezen wat oud-archivaris Anton Fasel in zijn onnavolgbare,
ironisch getinte studie over 'De ontzetviering te Alkmaar in de loop der eeuwen'
opmerkt. Hij schrijft daarin: 'Als men zich verdiept in de I9e-eeuwse romans en
toneelstukken die het beleg als onderwerp hebben, dan dringen zich een aantal
indrukken op. Allereerst de sfeer van knusheid die in het belegerde Alkmaar heerst. De
helden - van welke rang of stand ook - kennen elkaar allemaal, ze komen voortdurend
bij elkaar over huis, ja, ze huwen zelfs onder elkaar, zoals we hebben zien gebeuren met
Trijn Rembrands' (Die volgens de legende met de held Dirk Duivel trouwdej. 'Doordat
de auteurs overnamen wat ze bij hun voorgangers vonden, krijgt elke held langzaam
maar zeker de karaktertrekken die helemaal bij hem passen het worden
toneeltypen en vaak hebben ze zelfs - zoals de rooms katholieke heiligen - hun eigen
attributen Er wordt voortdurend gepraat, te weten in proza of op rijm, zodat het
lijkt alsof de personen op de stadsmuur of in de Langestraat staan vastgeschroefd en wel
erg veel tijd zoek brengen met converseren, oreren, de hemel aanroepen, wijze lessen
uitdelen en de lezer uitleggen wat zich allemaal te Alkmaar, Delft en Madrid afspeelt,
terwijl ze elders vermoedelijk veel nuttiger werk hadden kunnen verrichten. Al die
beuzelpraat lezende, is men geneigd te verzuchten dat het niet te verwonderen is dat die
oorlog tachtig jaar heeft geduurd'.11
Hoewel deze verzuchting onmiskenbaar een kern van waarheid bevat, moet hij mijns