venin) waren
ment als een
n aan het feit
nen werd hij
protestantse
le katholieke
vid op meer
n ook dat de
eeuw werden
voor de eigen
\e der kinderen
rost van den
net als Israël
nten niet om
politiek van
I. Zo werd
rr hen regel-
veede Israël'
werd Willem
ror hen ver-
)avid, omdat
nkelijk aar
leiderschap
maar zich
1 als moedige
Oranjevorst
en ook wel
genoemd,
:1 als Goliath
ld.
rustig aan-
elovigen en
ters van de
gelijke ver
als zij naar
orgelluiken
tvreugde die
i verduidelijk
en omdat de
1 verslagen,
heeft hen ongetwijfeld doen denken aan de feestvreugde van de Alkmaarders, toen de
Spanjaarden moesten afdruipen. In een stad, waar iedere nieuwe verovering van Frederik
Hendrik aanleiding gaf tot 'victoriespelen' op het carillon van de waagtoren, waar
tussen 1642 en 1644 geijverd werd voor de plaatsing in de kerk van een gebrandschilderd
raam dat 'De vruchteloze belegering van de stad' moest voorstellen (inmiddels helaas
niet meer aanwezig) en waar op het orgel de Zeven Verenigde Provincies gesymboliseerd
werden door een bundel pijlen, konden dergelijke bijgedachten niet uitblijven.
Door De triomf van Saul als thema te kiezen, deed het stadsbestuur aan wat wij
tegenwoordig 'stadspromotie' zouden noemen. Zoals de schutterij zich profileerde door
schilderijen over het Beleg van Alkmaar te bestellen, zo vestigde ook de magistraat op
subtiele wijze de aandacht op de heldhaftige rol die het zichzelf en de stad toedichtte. Had
het stadsbestuur alleen het belang van het orgel als muziekinstrument willen
onderstrepen, dan had het eerder gekozen voor een van de traditionele voorstellingen,
waarin David in de eerste plaats als musicus wordt voorgesteld en niet als held.
In de 17de eeuw vond men het ongepast om op historiestukken eigentijdse helden af
te beelden. Liever voerde men een bijbelse figuur ten tonele die als symbool voor de
eigen tijd kon dienen. In de 18de en de 19de eeuw veranderde dit. Uit de geschriften van
Gijsbert Boomkamp weten we dat er in zijn tijd - in de 18de eeuw dus - verschillende
schilderijtjes moeten hebben bestaan van de Alkmaarse heldin Trijn Rembrands/
Interessant is dat Boomkamp betwijfelt of zij inderdaad bestaan heeft, omdat zij noch
door Nanning van Foreest, noch door Visser wordt genoemd. Zoals hij waarschijnlijk
6. J.WA Hilverdink,
Tafereel van de bestorming van
Alkmaar op 18 september 1573,
1864.
Olieverfidoek, 323 x 475 cm.
Stedelijk Museum Alkmaar
9