Alkmaarse ijsclubs, hardrijderijen en toertochten
Ijsvermaak is zo oud als de Hollandse wateren. Het schaatsen in georga
niseerd verband is een betrekkelijk nieuw verschijnsel. De oudste Alk
maarse ijsclub werd opgericht in het winteijaar 1871. Sporen van deze
"Alkmaarsche IJsclub" vindt men terug in de bouwput van de Bolwerk-
garage aan de Kennemersingel. Hier, op dit deel van het Paardenwed,
vonden in de vorige eeuw de carnavaleske ijsfeesten plaats waaruit op
het eind van de 19e eeuw de tamelijk statige ijsclub voortkwam. Hier
werden ook de wedstrijden in het schoonrijden, de kortebaanwedstrij
den en de spraakmakende spekrijderijen tussen de stadsarmen verreden.
In het ontstaan van de georganiseerde toertochten vervulde de Alkmaar
sche IJsclub een vooraanstaande rol. De deelnemers aan deze toertoch
ten, in die tijd "ijstoeristen" genoemd, gleden groepsgewijs in een vrien
delijk tempo van dorp naar dorp. Tussen de bedrijven door ontwikkelde
zich in een ras tempo het langebaanschaatsen, eerst op landijsbanen (zo
als op de Alkmaarse landijsbaan De Quint) en later op het kunstijs.
Het langebaanschaatsen en (in mindere mate) het ijstoerisme waren aan
vankelijk liefhebberijen voor kleine groepen burgers. Thans worden bei
de takken van sport door Jan en alleman beoefend. De belangstelling
voor het rijden van toertochten is zelfs ongekend groot.
Ijsfeesten
In de vorige eeuw werden de winterse ijsseizoenen geopend met grote
ijsfeesten. Zo'n feest moet men zich voorstellen als een gekostumeerde
optocht met fakkels, vuurwerk en een fanfare op het ijs. De uitgezette
baan op een gracht of grote sloot was rondom met lampions verlicht. De
hardrijderijen vormden het sportief hoogtepunt van de ijsfeesten.
's Avonds kreeg het ijsfeest in de herbergen een vervolg met muziek,
voordracht en dans. Kasteleins en herbergiers speelden - niet zonder ei
genbelang - een belangrijke rol bij de organisatie van dit volkse ijsver
maak.
In de loop van de 19e eeuw veranderde het ijsvermaak van karakter
toen de gegoede burgerij in haar zucht naar volksbeschaving de organi
satie van ijsfeesten naar zich toe trok. Notabelen vormden ijs- en
schaatsclubs die zich ten doel stelden het ijsvermaak te bevorderen, hard
rijderijen te organiseren ten behoeve van arme gezinnen en een onbe
lemmerd ijsverkeer tussen de gemeenten mogelijk te maken. Voor de
meeste Noord-Hollandse ijsclubs was het laatste een belangrijk punt in
de statuten. De samenwerkende ijsclubs zetten een ijswegennet uit. Bij
het onderhoud van de ijswegen werden werklozen ingeschakeld.
9