nodig zijn om de plaats van de huizen vast te stellen, en daarmee ook de
koppeling met de historische bronnen mogelijk te maken.
Ter afsluiting moet nog worden vermeld, dat we ook nog vragen hebben
over de eerste aanleg van het terrein. Op de kaart van Jacob van Deven
ter uit circa 1561 valt een brede sloot op, die ongeveer ter pekke van de
zuidhelft van de latere Bloemstraat liep tot de stadswal en dan noordelijk
van de stadswal (ongeveer de huidige straat langs de Oudegracht) oost
waarts afbuigt tot bij de Keetgracht. Sedert de verrassende 14e-eeuwse
vondsten bij restaurant "Het Paleis" op Verdronkenoord 102 en bij "De
Verfpot" op Laat 125, zijn tal van vragen gerezen ten aanzien van de
vroegere topografie: waar was in de 14e eeuw de oever van het Voor-
meer? Ik heb het sterke vermoeden, dat de sloot bij de Bloemstraat het
rudiment is van de vroegere Voormeer-oever. Zeer intrigerend zijn ech
ter enkele potscherven, die in 1975 zijn gevonden in de bouwput van de
Houtmarkt en nu worden bewaard in het gemeentelijk depot voor bo
demvondsten: in een doos met scherven uit de 16e en 17e eeuw bevin
den zich ook vier onmiskenbaar 14e-eeuwse fragmenten van Siegburgs
steengoed, een vroeg model rood aardewerk vuurstolp en grijs aarde
werk. Zijn die scherven omstreeks 1475 samen met losse grond van el
ders aangevoerd of heeft het terrein een onvermoed langere voorge
schiedenis?
Peter Bitter
Pakhuis Meiboom
Bij de grote brand in het huizenblok tussen Laat en Oudegracht, die be
gon bij de Houtmarkt, liep ook een van de gemeentelijke monumenten
aanzienlijke schade op, en wel het pakhuis Meiboom aan de noordzijde
van de Oudegracht. Dit pakhuis werd in 1906 gebouwd naar een ont
werp van de bekende Alkmaarse timmerman en aannemer P. van der
Waal (1862-1938). Gelukkig bleef de aardige voorgevel, uitgevoerd in
neo-renaissance stijl, grotendeels behouden.
De eerste Meiboom vestigde zich in Alkmaar in 1864, en wel aan de
Oudegracht. Het was Arend Meiboom uit het Drentse Hoogeveen, turf
schipper van beroep. Op de zaak aan de Oudegracht werden brandstof
fen verkocht, aanvankelijk alleen hout en turf, maar al spoedig ook ko
len, coakes en briketten "en alles wat tot het vak behoort, in het groot
en in het klein", zoals in een advertentie in het Alkmaars adresboek van
1891 is te lezen. Behalve over een pakhuis beschikte de familie over een
woonhuis aan de Oudegracht (nu met het huisnummer 22).
37