nagepraat. De afstand bleek inderdaad langer dan was aangekondigd: eer
der 95 km dan de vermelde 85 km. Grote stukken ijs waren niet
sneeuwvrij en vrijwel onberijdbaar. De meerijdende Alkmaarsche
Courant-verslaggever Jan Werkman (bij West-Graftdijk was hij met z'n
maat Jan Hollenberg uit Bergen van het ijs gestapt) achtte kortere trajec
ten wenselijker, "omdat dan juist de deelnemers ook gelegenheid kun
nen krijgen tot onderlinge kennismaking en de gemeenschappelijke ge
zelligheid, die juist op het ijs zoo echt Hollandsch is, den boventoon kan
voeren."24
De Noordhollandse dorpentocht was een absoluut hoogtepunt in de
historie van de Alkmaarsche IJsclub en de Ijsbond "Hollands Noorder
kwartier". Toen bleek de enorme belangstelling voor het georganiseerde
ijstoerisme. Vele tochten, elders in Noord-Holland en in andere provin
cies, zouden volgen. De erkenning van de zijde van de Koninklijke Ne
derlandse Schaatsenrijders Bond (KNSB) liet evenwel op zich wachten.
Voor de toertocht liepen de bonzen van de KNSB niet bepaald warm.
Met de omzetting van de Ijsbond "Hollands Noorderkwartier" in het
gewest Noord-Holland/Utrecht van de KNSB in 1948 kreeg het ijstoe
risme de status die het verdiende.25
Dooi en ijzel
De periode na de Tweede Wereldoorlog werd in sportief opzicht geken
merkt door stilstand en teruggang. De perspectieven voor de Alkmaarse
ijsverenigingen waren weinig florissant.
In de jaren vijftig ging de Burger IJsclub ter ziele. Op de ontbindings-
en liquidatievergadering van 27 januari 1958 in café Centraal aan het
Hofplein betoogde voorzitter Cees Berkhouwer dat de doeleinden van
de ijsclub ("in winterse tijden de ergste nood onder de armen helpen
verlichten") niet langer strookten met de realiteit. De bekende VVD'er
Berkhouwer verwees ondermeer naar de sterk verbeterde sociale voor
zieningen.
Het bestuur besloot alle stoffelijke goederen (sleetjes, het vaandel van de
IJsclub, foto's en notulenboeken) over te dragen aan stadsarchivaris
Th.P.H. Wortel en de resterende kasgelden te verdelen onder de diaco
nieën van de diverse kerkelijke gemeenten.26
Ook de Alkmaarsche IJsclub verkeerde in grote ademnood, al stonden
haar sportieve doeleinden nog recht overeind. In de strenge en langduri
ge winter van 1946/1947 - de strengste winter in honderd jaar - was de
club nog betrokken bij de dorpentocht over 100 km van december
1946. Het was de laatste toertocht (met 4500 deelnemers) waarbij de
Alkmaarsche IJsclub een actief participerende rol vervulde.
26