en veel open water. De broers Oostindie waren 's morgens om kwart voor drie vertrokken en bereikten om ruim drie uur in de nacht hun thuis in Koog aan de Zaan.20 Rond de eeuwwisseling was de toertocht langs de Friese elf steden de enige vorm van georganiseerd ijstoerisme. De in 1896 tot stand geko men bundeling van ijsverenigingen in de provinciale Ijsbond "Hollands Noorderkwartier" bood mogelijkheden tot een dergelijk initiatief. Toch was het de Alkmaarsche IJsclub met de ervaren bestuurders J. Cock en A.J. Stikkel die het voortouw nam. Op maandag 14 januari 1901 procla meerde de AIJC een clubtocht naar Hoorn "langs de verkeerswegen van de Ijsbond Hollands-Noorderkwartier". De tocht voor de 290 leden van de AIJC en hun dames was gepland voor 20 januari 1901. Maar helaas, de dooi viel in en de tocht moest worden afgeblazen.21 De Vijftiendorpentocht van 1917 In de winter van 1917 konden de toertochtplannen van de samenwer kende ijsverenigingen wel ten uitvoer worden gebracht. Onder auspiciën van de Ijsbond werd op zondag 28 januari 1917 de Vijftiendorpentocht over 55 km "rondom de polder Heerhugowaard" verreden met start en finish in Alkmaar. Het was de eerste, georganiseerde dorpentocht in Noord-Holland. "De rit wordt opengesteld tegen enig inleggeld 1,00 per deelnemer, ƒ1,50 per echtpaar) voor alle leden van de bond "Hol lands Noorderkwartier" en De Quint. De deelnemers moeten zor gen, des morgens precies 10 uur present te zijn aan de Friesche brug bij het café van den heer Schermerhorn." Het doel van de tocht was de ijssport te propageren. Men wenste er na drukkelijk geen hardrijderij van te maken. De controleposten mochten een half uur voor de aangegeven tijd niet worden gepasseerd. Twee au to's, waarin enige bestuursleden van de ijsclub waren gezeten, zouden de tocht volgen.22 Om 10.00 uur gingen 151 schaatsliefhebbers, voorafgegaan door een hoornblazer, van start. Zij werden ("met het oog op het geleidelijk pas seren van de controleposten") ter hoogte van de Friese brug in drie groepen losgelaten. De organisatie had hen ook verzocht zoveel moge lijk twee aan twee te rijden en wel op een afstand van vier meter. Op die gedeelten waar de baan door opgewaaid zand slecht berijdbaar was, zou de hoornblazer zijn signalen laten horen. Op goed ijs trok de stoet over de Hoornse vaart en over het Kolhorner kanaal, achter de Langedijker dorpen langs, naar de Niedorpen. Na Ou- de-Niedorp volgde de één-uur controlepost Opmeer-Spanbroek. Van daar liep de route door Obdam, Hensbroek, Rustenburg, Ursem, Aven- 23

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1997 | | pagina 23