Iets meer dan de helft van de schilderijen behoort tot de zogenaamde bijbelse historiestukken. We tellen zeven schilderijen met een Oud-testa- mentisch thema, terwijl zes een gebeurtenis uit het Nieuwe Testament verbeelden. Tot de religieuze stukken kunnen we ook de kaart van "'t landt van beloften" rekenen en het "conterfaytsel" van de predikant en theoloog Jacobus Trigland. De aanwezigheid van zoveel religieus getinte schilderijen zou de mening kunnen doen postvatten dat Barbertje een zeer devoot persoon is ge weest. Lezing van een aantal recent verschenen artikelen over de "mate riële cultuur" van de 17e eeuw10 maakt al snel duidelijk dat Barbertje met haar grote verzameling bijbelse historiestukken niet erg afweek van schilderij-bezittende tijdgenoten. Dergelijke schilderijen maakten in het begin van de 17e eeuw in een stad als Leiden ongeveer de helft uit van het totale schilderijenbezit van de stadsbewoners. Wel zien we in Leiden en elders dat religieuze voorstellingen in de loop van de 17e eeuw steeds meer verdrongen worden door landschappen, figuurstukken en stille vens." Barbertje was dus waarschijnlijk niet zozeer devoot dan wel ou derwets. Een andere vraag die zich aan de lezer zal opdringen is deze: was de om vang van Barbertjes schilderijencollectie vrij gewoon voor iemand van haar sociale positie in een stad als Alkmaar? In zijn algemeenheid kun nen we deze vraag bevestigend beantwoorden. Uiteraard concentreerde het schilderijenbezit zich in de steden met name bij bestuurders, rijkere kooplieden en notabelen als dominees, advocaten en notarissen. Maar daarnaast kwam het regelmatig voor dat ambachtslieden als brouwers, herbergiers, boekverkopers, glasmakers, goudsmeden, loodgieters, steen houwers en ververs zich bezitter mochten noemen van een behoorlijke collectie schilderijen. Zo bevond zich in de boedel van een eenvoudige Leidse witmaker (leerbereider) in 1623 maar liefst 38 schilderijen.'2 De verklaring hiervoor is dat schilderijen op grote schaal werden vervaar digd - de totale productie in Holland tijdens de 17e en 18e eeuw wordt geschat op een getal ergens tussen de vijf en negen miljoen - en betaal baar waren.13 Maar in hoeverre week Barbertjes collectie af bij wat in Alkmaar gebrui kelijk was? Over het schilderijenbezit van de Alkmaarders in de 17e eeuw bezitten we tot dusver alleen sporadische gegevens. Zo bevonden zich in de nalatenschap van de schilder Caesar van Everdingen die in 1678 te Alkmaar overleed, ruim 60 schilderijen.14 Ook de schilder Lam- bert Doomer, die lange tijd in Alkmaar woonde, bezat een grote collec tie schilderijen, waaronder diverse werken van Rembrandt.15 Maar bij deze schilders betreft het eigen werk met daarnaast min of meer be- 30

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1997 | | pagina 30