had juist een nieuw observantenklooster sinds 1446, toen Brugman nog niet in de Ne derlanden verbleef. In de jaren 1458-1463 volgden vele bezoeken aan andere steden, waar de observanten hoopten een nieuw klooster te vestigen, maar Alkmaar was al voorzien. Voor een bezoek op doorreis was geen reden. Ook waren er geen kapittel vergaderingen te Alkmaar in 1462-1463, toen Brugman vicaris-provinciaal van de Keulse observanten was. 18. W. Lampen, "P. Hendrik Huibertsz. Buitendijk O.F.M.", Bijdragen tot de Geschiedenis van het Bisdom Haarlem46 (1929) 305-315; P. Dekker, Oude boerderijen en buitenverblijven langs de Zijper Grotesloot, 3 dln, Schoorl, 1986-1991. 19. Adriaan Westphalen (schoonzoon van Reynier sr.), Breve Cronicon Alcmarianum fide dig- num autenticum (handschrift momenteel in het Regionaal Archief Alkmaar, collectie aanwinsten, inv.nr. 6) vertelt dat pater Henricus vele voorname geuzen, waaronder Coetenburg, bekeerd heeft. Dit kan alleen slaan op Reynier Adriaenszoon, schepen - en dus geus - tot 1625. 20. Lampen,"Buitendijk", 305-306. 21Alleen H.J. Oldenhof, In en om de schuilkerkjes van Noordelijk Westergo (Assen, 1967) 256, 257, 351, 352, 354-365 bevat een aanzet; zie echter Frijhoff, "Paniek", 202. 22. Zie noot 13. 23. Ibidem. 24. Flament,Waerlycke voorsegginghe"; I. LeLong Historische beschrijvinge van de Reforma tie der Stadt Amsterdam (Amsterdam, 1729) 373-374. 25. A. van L[ommel], "Klachten der predikanten van de Classis van Haarlem tegen de Pausgezinden in Kennemerland Ao.1635", Bijdragen Bisdom Haarlem, 3 (1875) 434-435. 26. L.J. Rogier, Geschiedenis van het Katholicisme in Noord-Nederland in de 16e en 17e eeuw (Amsterdam-Brussel, 19642) 1049-1050. Zie ook noot 13. 27. J.J. Schilstra, De HeerhugowaardDe geschiedenis van de Huygemvaert (z.pl., 1981) 68 sug gereert in woord en beeld, dat Brugman wel degelijk Britse soldaten met zijn geestes oog heeft gezien.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1997 | | pagina 25