ders dit vuurtje hebben aangeblazen. Berichten over profetieën van Brugman waren er immers al in 1627 en 1647/1648 volgens Polius, en dat was lang vóór de onrust van 1666. Wij zouden willen opperen dat de hervatting van de Tachtigjarige Oor log in 1621 de aanleiding tot deze vroege verwachtingen kan zijn ge weest. In de eerste jaren behaalde Spinola enkele opvallende overwin ningen, terwijl anderzijds de militaire activiteiten van prins Maurits van jaar tot jaar minder werden, tot zijn dood in april 1625. Nog geen twee maanden later verbaasde Spinola vriend en vijand door op 13 juni de sterke vesting Breda te veroveren. De dood van Maurits en het Spaanse succes kunnen de harten van de roomsen in de Republiek sneller heb ben doen kloppen. Mogelijk is juist ook in die tijd Reynier Coeten- burgh en zijn familie extra alert geworden op signalen die een spoedige ommekeer aankondigden, waarbij men de bekering in datzelfde jaar van de hele familie tot de Kerk van Rome naar believen kan opvatten als oorzaak of juist als gevolg daarvan. Wij weten nu dat de invasie en bevrijding niet zijn doorgegaan. Al heel gauw na 1625 diende Frederik Hendrik zich met nadruk aan als verove raar van steden. De rijkdommen van de zilvervloot die in 1628 in han den van Piet Hein waren gevallen, maakten het kostbare beleg van Den Bosch en de uiteindelijke verovering van die belangrijke vesting en de Maassteden mogelijk. Toen werd het alras duidelijk, dat de rooms-katho- lieken van Holland niet op een spoedige bevrijding mochten rekenen! Pater Brugman was toen al bijna honderddertig jaar dood en had aan de hele voorspellerij part noch deel gehad. Ook niet aan de introductie van de Britten, die vanaf Camperduin zouden binnenvallen, een element dat nog niet bij Polius voorkomt en pas naar aanleiding van de gebeurtenis sen van 1666 erin geschoven zal zijn. De eindconclusie moet zijn, dat de geschiedenis van deze nep-voorspel- lingen ingewikkelder is verlopen dan men tot nu toe gedacht heeft. Ver der onderzoek hoeft zich niet te richten op de feiten, maar op de stem ming, die telkens weer gealarmeerd werd, en die dan bij menig katholiek in de Republiek in de 17e en 18e eeuw de hoop op spoedig herstel van de goede oude tijden kortstondig deed oplaaien. Rogier heeft in 1946/1947 hierover enige vermoedens geuit, en Frijhoff gaf in 1977/1978 enkele van deze vermoedens een steviger fundament.26 Het is een klein onderwerp, dat toch wel nader onderzoek verdient, ook al staat bij voorbaat vast dat Brugman niet echt de komst van de Britten heeft voorspeld,27 en ook dat de zegswijze "Van Alkmaar begon de victo rie", na 1573 althans voor de katholieken niet meer is bewaarheid. 23

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1997 | | pagina 23