in Holland en Zeeland al sinds 1583 respectievelijk 1582 werd aange houden. De meeste protestantse staten van Europa, het keizerlijke Rus land, maar ook de overige vijf provinciën van de Republiek volgden nog de oude Juliaanse kalender, die tien dagen achterliep, en volgens welke in 1666 niets aan de hand was. In Friesland bijvoorbeeld hield de kleine rooms-katholieke minderheid zich kerkelijk aan de Gregoriaanse kalen der, maar de burgerlijke overheid en de gereformeerde kerk niet. De rooms-katholieken daar "wisten" dus iets, wat de "Geuzen" niet in de gaten hadden... Dat heeft de spanning in de kringen der Friese katholie ken zeker mede verhoogd. Maar ook hun Hollandse geloofsgenoten ver wachtten dat op of omtrent 24 juni (feest van Sintjan èn tegelijk sacra mentsdag!) 's avonds "Geus zou slapen gaan en Katholiek opstaan", waarmee bedoeld werd dat van de ene dag op de andere het calvinisti sche regime van de Republiek zou worden vervangen door een katho liek bestuur. Deze verwachtingen vinden we in vrijwel alle versies van de "profetie van Brugman" terug. Het Haarlemse gedeelte bespreken we hier uiteraard niet uitgebreid. Wat Flament niet geweten heeft, is dat er een paar elementen in voorkomen, die zeker ouder zijn dan 1666. De minderbroeder Jakob Polius te Keu len had al in 1647/1648 uitvoerig over pater Brugman geschreven en in zijn verhaal vinden we enkele aanzetten tot de Haarlemse profetie. Hij stuurde zijn bevindingen naar Rome, voor een nieuw te verschijnen ge schiedboek over de minderbroedersorde, maar de auteur Lucas Wadding, die in 1648 het deel over Brugmans tijd publiceerde, heeft de Haarlemse profetie niet opgenomen.15 De Hollandse katholieken kunnen die profe tie dus niet in Waddings boek hebben gelezen. Dat bewijst volgens ons, dat Polius deze Haarlemse elementen al eerder uit de Republiek zelf had vernomen. Hij zegt trouwens letterlijk, dat hij zijn gegevens had verza meld vanaf ongeveer 1630 ("ab annis circiter triginta haustis"), wat dus ook kan gelden voor de Haarlemse kern. Als dit allemaal op waarheid berust, betekent het een stap vooruit na Flament - eindelijk, na meer dan honderd jaar! Hoe zit het met de Noord-Kennemer/Westfriese kern? Is die ook aan wijsbaar te dateren in 1665/1666 zoals het meeste Haarlemse materiaal - of is hij misschien óók ouder? Feit is, dat de franciscaanse schrijvers over Jan Brugman de hele 17e eeuw door erg veel nadruk legden op zijn voorspellende gaven: "claruit spiritu prophetiae" (hij blonk uit door de gave der voorspelling) zeggen de ordehistorici van die tijd keer op keer.'6 Een moeilijkheid hier is, dat er niets bekend is over bezoeken van Brug man aan zijn mede-observanten te Alkmaar, en evenmin over preken voor het stadsvolk. Dat hij dus persoonlijk gedetailleerde voorspellingen 17

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1997 | | pagina 17