felijkheid, dikdoenerij en vertoon van schijngeleerdheid, of misschien had hij daar geen verweer tegen, zodat hij zich maar liever terugtrok. Hij was een man van sympathieën en antipathieën. Als hij je mocht dan was geen moeite hem teveel en was hij de eenvoud en gastvrijheid zelve. Ik kon het goed met hem vinden en ondanks een leeftijdsverschil van meer dan dertig jaar mocht ik hem tutoyeren, hetgeen me moeilijk afging. Menigmaal ben ik op de thee geweest in het statige huis aan de Nas- saulaan. Naast het kopje thee stond altijd het aparte schoteltje voor het koekje en het bonbonnetje, met het doosje sigaretten en de lucifers. Hij en zijn charmante echtgenote waren dan een en al zorg. Wat denk je, kunnen we in de tuin zitten, of toch maar liever in de serre? Hij praatte graag over Leiden, de stad waar hij gestudeerd had en ik geboren ben. En dan waren er de anekdoten over mensen en toestanden uit het we reldje van archieven, geschiedschrijving en genealogie. In de jaren 1970- 1974 studeerde ik rechten te Amsterdam, welke verrichting hij belang stellend volgde. Een bron van vermaak was het studieprogram en als ik vertelde welke vakken nu weer waren afgeschaft en welke onderdelen we niet hoefden te bestuderen, dan schudde hij ongelovig het hoofd. Ja maar, als ze dit laten vallen dan weet je immers niet of een bepaalde rechtsregel uit het Romeins recht, het Oud-Vaderlands recht of de Code Napoleon komt? Voor deze jurist van de oude stempel was dit onbegrij pelijk. Hij liet zich zelden gaan, maar één keer heb ik hem zien lachen dat de tranen hem in de ogen stonden. Dat was toen ik vertelde dat wij de collegezaal binnenkwamen en op het bord onder meer "BonaVacan- tia" geschreven stond. Bona vacantia zijn goederen die door verlating vacant zijn geworden en dus geen eigenaar hebben. "Och wat leuk, de professor wenst ons een goede vakantie", zei een mede-student. Voor de man, die latijn las zoals wij de krant lezen en die doorkneed was in het Romeins en Oud-Vaderlands recht, lag zoiets volstrekt buiten de reali teit, althans zijn realiteit. Johan Belonje is 96 jaar geworden. De laatste paar jaren ging deze gees telijk zo sterke man lichamelijk zeer achteruit, zodat zijn eertijds lange rechte gestalte zich meer en meer voorover boog en hij steeds moeilijker ging lopen. Op het laatst verliet hij zijn huis niet meer en werd de ver zorging voor zijn hoogbejaarde vrouw al zwaarder. Enige maanden voor zijn overlijden werd hij in een verpleeghuis te Leiden opgenomen. Op 22 november 1996 liep zijn aardse leven ten einde. Alkmaar verliest in hem een geleerd historicus en voortreffelijk jurist, maar vooral een hoogstaand en eerlijk mens. Hij ruste in vrede. Anton Fasel 9

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1997 | | pagina 9