onlijke trots
t voor niets
n altaarstuk
omen in de
n en onder
ten dat een
bibliotheek,
fkerk wordt
iw tot 1825
ij de van de
nstig uit de
nkopen. Dit
r.
'erd in 1638
komen. De
De orgelkas
van Cam-
keld. Sandra
n dit orgel,
op de bui-
l op Goliath,
en. Hij vol-
lerwerp niet
van de psal-
Dok een po
rt Spanje en
geassocieerd
an Frederik
glas met de
in 1573. Dit
verdwenen,
ject en ook
de oudste al
svensters uit
n overleefd,
zeventiende
erstallig on-
>ij het verle-
ijkste stad in
Kennemerland blijkt ook uit de vele opdrachten die gegeven werden
voor glasvensters bestemd voor kerken in de omgeving.
Caesar van Everdingen speelde ook een rol bij de kleine opdracht voor
een scheepje dat in de kerk gehangen werd. Voor de beschildering ervan
werd hem van stadswege in 1667 dertig gulden betaald. Zulke scheepjes
komen wel vaker voor in Hollandse kerken. De betekenis ervan is nog
niet geheel duidelijk. In de Haarlemse Bavokerk hangen er die geschon
ken zouden zijn door het schippersgilde uit die stad. Ze refereren aan de
wens naar een behouden vaart en terugkomst. In het katholieke jargon
zou dan sprake zijn van een "ex voto"; de vraag is of protestanten in de
zeventiende eeuw aan zo'n bijgelovige verering meededen. Bovendien
had het Alkmaarse schippersgilde een tekstbord in de kerk hangen. Deze
is getiteld De Christelijke Zeevaart en verwijst naar de gevaren van de zee
vaart. In zijn artikel over het scheepje in de Laurenskerk gaat J.M.G. van
der Poel uitvoerig in op de betekenis van de schilderingen op de
scheepsspiegel waar vier vrouwenfiguren zijn uitgebeeld. Hij interpre
teert ze als de vier ondeugden en hun aanwezigheid moest een waar
schuwing zijn voor de matrozen.
De volgende grote opdracht kwam terecht bij de Haarlemse schilder
Romeyn de Hooghe. Hij schilderde in 1693 boven het orgel een voor
stelling die door Jeanine Otten getiteld wordt Christus' overwinning op
dood en zonde. Voorheen droeg het voorgestelde andere titels die met el
kaar overeenkomen in de globale benaming De triomf der deugd. Of de
door Otten voorgestelde titel juist is wordt niet overtuigend bewezen.
De voorstelling toont een allegorische vrouwenfiguur (het Nieuwe Ver
bond?) met rechts de gelukzaligen en links de verdoemden. Het is zo
een protestantse variant op het thema van het Laatste Oordeel. Naar is
gebleken heeft De Hooghe voor de iconografie gebruik gemaakt van
ideeën uit het in de zeventiende eeuw veel geraadpleegde boek Iconolo-
gia van de Italiaan Cesare Ripa.
Het korte hoofdstuk van H. van Nieuwkoop over de reputatie-geschie
denis van het orgel van Van Hagerbeer van de achttiende eeuw tot he
den, past niet goed in deze bundel. Het orgel werd in de jaren 1723-
1725 door Frans Caspar Schnitger gemoderniseerd. Het behoort
sindsdien tot de meest beroemde orgels in Nederland en geniet ook over
de grenzen heen bekendheid.
De bundel biedt een tamelijk compleet beeld van de kunstwerken in de
Laurenskerk. Het overzicht had wellicht nog met enkele bijdragen kun
nen worden uitgebreid. Zo wordt er maar weinig aandacht besteed aan
de geschilderde maquette van de kerk die in het schip hangt. Over de