van Galenus. Volgens deze theorie was het lichaam samengesteld uit vier elementaire bestanddelen (water, vuur, lucht en aarde), die nauw samen hingen met de vier kardinale kwaliteiten: vochtig, warm, droog en koud. Deze kwaliteiten werden op hun beurt geassocieerd met de vier li chaamssappen ("humores"): bloed, zwarte gal, gele gal en slijm. Elk indi vidu nu kende een eigen identiteit of complexie, die werd bepaald door de aard van het mengsel van deze bestanddelen, het zogenaamde tempe rament. Aldus werd bepaald tot welke hoofdcategorieën men behoorde, tot de sanguinici, flegmatici, cholerici of melancholici. Bij gezonde men sen zijn deze kwaliteiten in een zeker evenwicht ("eucrasie"). Ziekte laat zich volgens deze inzichten eenvoudig omschrijven als een "dyscrasie", een disharmonieuze menging van kwaliteiten en humoren. Het is aan de arts om de oude harmonie te herstellen. Ook voor Pieter van Foreest was dit het allesoverheersende theoretische kader. Iedere beschrijving in de Observationes sloot hij dan ook af met een scholia, een academische verhandeling waarin hij zijn waarnemingen een plaats gaf in de klassieke humoraalpathologie. Dat alles gaf zeker heid. De slaapklachten van de Alkntaarse Catherina Regneti kwamen dus voort uit een te sterke droogheid van de hersenen, terwijl het bij Cornelius Nicolaus juist te koude hersenen waren die verantwoordelijk waren voor zijn stotteren. Uiteindelijk was zelfs Pieter van Foreest gewoon een kind van zijn tijd. Paul Knevel Gebruikte literatuur Veel informatie is ontleend aan de door H.A. Bosman-Jelgersma geredigeerde boeken Pie ter van Foreest. Dc Hollandse Hippocrates (Krommenie, 1996) en Petrus Forestus Medicus (s.1., s.a.) en de begeleidende teksten bij de tentoonstellingen in het Stedelijk Museum Alkmaar en Het Prinsenhof Delft. In Pieter van Foreest. Dc Hollandse Hippocrates is een lijst opgeno men van de Alkmaarse patiënten van Pieter van Foreest. De citaten uit de zeventiende- eeuwse Nederlandse vertaling van Dc incerto, fallaci urinarum iudicio zijn afkomstig uit: Petrus Forestus, De incerto,fallaci urinarum iudicio (Het onzeker cnde bedrieghlick oordeel der wateren). De Latijnsche text van 1589 met de Nederlandsche vertaling van 1626, M.A. van Andel. ed., in: Opuscula Selecta Neerlandicorum de Arte MedicaVIII (1929) LIV-LXVII, 138-313. Het onuit gegeven geschrift Vander Empiriken, lantloeperen ende valscher medicynsbedroch bevindt zich thans in het Regionaal Archief Alkmaar. 22

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1997 | | pagina 22