Kwakzalverij, bedrog en boerenslinrheid, het waren onderwerpen waar over Pieter van Foreest maar niet uitgepraat raakte. Hij schreef er zelfs een uitvoerig geschrift over, het nooit uitgegeven Vander Empiriken, lant- loeperen ende valscher medicynsbedroch. Verontwaardigd stelde hij vast hoe deze oplichters er telkens weer in slaagden misbruik te maken van de onwetendheid en goedgelovigheid van eenvoudige burgers. Voor hem stond de kunst van deze kwakzalvers dan ook ge lijk aan "moorderije". Daarbij moesten vooral de populaire "Quacksalversche Pisbesienders" het ontgelden. In het in 1589 verschenen De incerto, fallaci urina- rum iudicio (in 1626 vertaald als Het on zeker ende bedrieghlick oordeel der wateren) zette hij zijn bezwaren tegen het "pis— kijken" uiteen. Urine-onderzoek was slechts in bepaalde ziektegevallen nuttig. "Door de Urine werden dan voorna melijk bekent de dispositien van de Le ver en de Aderen ende volghens dien van het gheheelde Lichaem". Maar over ziekten "die buyten de Aderen pleghen te groeyen" vertelt de urine niets. Een arts kon dan ook nooit volstaan met on derzoek naar het uiterlijk en de samen stelling van de urine, maar moest ook de andere klachten en ziekteverschijnselen 111 ogenschouw nemen. Het best kon hij de patiënt in zijn eigen omgeving op zoeken en onderzoeken. Verschrikt dacht Van Foreest terug aan de dag dat hij zijn praktijk opende en een lange rij mensen zich voor zijn huis had verzameld met een potje urine in de hand. Verontwaardigd (maar ook met een zeker superioriteitsgevoel) vertelt Van Foreest in zijn geschrift over de gevolgen van ondeskundig "piskij- ken". Daarbij noemt hij ook een aantal Alkmaarse gevallen. Zo herin nert hij aan een "Meesteresse" die als "piskijkster" een "treflick vertrou wen" genoot bij de "Ghemeyne-man". Op zekere dag kreeg zij per ongeluk een kruikje met water, geschept uit het putje van Sint Willi- brord te Heiloo, overhandigd. De piskijkster had niet in de gaten dat het geen urine was en concludeerde de meest "wonderlicke dinghen wt het zelve". Zij had, zo liet Van Foreest zijn lezers weten, toch moeten ruiken Op deze gravure uit de zestiende eeuw zien we drie geneesheren ruzie maken over de beste geneeswijze. Een van hen houdt een glas met urine in de hoogte ter ondersteuning van zijn betoog. 19

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1997 | | pagina 19