1536-1920: Voorgeschiedenis
van het grondbedrijf
door Michaël Lucassen
Bij raadsbesluit van 7 oktober 15120 werd te Alkmaar een grondbedrijf opgericht dat
op 1 januari 15121 van start ging. De instelling van het grondbedrijf was vooral een
administratieve ingreep. Op het gebied van de gemeentelijke grondpolitiek had het
bedrijf aanvankelijk weinig invloed.
Al eeuwenlang werd door de stad grond aangekocht, verkocht en geruild om op die
manier groei en vormgeving van de stad te kunnen controleren en actief stede-
bouwkundige plannen te kunnen uitvoeren. Spectaculaire projecten als de aanleg
van de verdedigingswerken in de middeleeuwen en de fortificaties in de 16de en
17de eeuw konden alleen worden gerealiseerd nadat de stad zich omvangrijke hoe
veelheden grond had toegeëigend.
Alvorens wordt ingegaan op de ontwikkelingen die leidden tot het instellen van een
grondbedrijf, wordt in de eerstvolgende paragrafen nagegaan in welke mate en met
welke doeleinden de stad zich in vorige eeuwen met grondverwerving bezig hield.
Vestingwerken
Van de middeleeuwse grondaankopen valt niet veel meer te achterhalen. In 1517, bij
de plundering van Alkmaar door de Gelderse Friezen, is het stadsarchief van vóór die
tijd grotendeels verloren gegaan.
In 1528 kreeg de stad van keizer Karei V toestemming om de fortificatie opnieuw ter
hand te nemen. Voor het maken van de plannen en het aankopen en onteigenen van
de benodigde gronden waren de zogenaamde 'fabrieksmeesters' verantwoordelijk.
Uit het tweede en derde kwart van de 16de eeuw zijn enkele charters bewaard geble
ven die de grondverwerving ten behoeve van de vestingbouw betreffen. Het oudste
dateert van 1536 en handelt over de grondruil die de stad met het aan de westzijde
van de Grote Kerk gelegen St. Catharinaklooster aanging: "Ommegcpreservecrt te
wesen voer eenyge invasie van vyanden ende omme 't selve tot volle effecte en perfectie te bren-
ge, was van noode te hebben vierdaljfgars lants ende vier roeden uuyt dat lant 't welck toebe
hoort Sinte Katharinen convent binnen Alcmaer,omme daer uuyt dat selve lant een iryeu-
we vesten te maecken ende te delven,".'
Op de stadsplattegrond van Jacob van Deventer uit ca. 1560 kan men zien dat de
ommuring van de stad rond die tijd voor een belangrijk deel voltooid was. De hui
dige Oudegracht vormde het zuidelijk deel van de vestinggracht.