Bij iedere fasen van planontwikkeling werd de fmancieel-economische haalbaar heid getoetst. Daarbij werd geopereerd binnen de strakke kaders van de rijksregel geving. De bemoeienis van het Rijk was tot het einde van de jaren tachtig zeer groot als gevolg van de geldende subsidieregimes. De objectsubsidies voor de sociale woningbouw stelde eisen aan de hoogte van te hanteren grondprijzen. Ook was de voortgang van de woningbouw in hoge mate afhankelijk van de contingentering die op rijks en provinciaal niveau werd vastgesteld; voor hoeveel woningen kon in enig jaar subsidie worden verstrekt. Het belang daarvan was zeer groot omdat het merendeel van de te realiseren woningen in min- of meerdere mate werden gesub sidieerd om tot aanvaardbare huur- en koopprijzen te komen. Locatiesubsidie Bij de aanvang van de groeitaak werd de belangrijke uitspraak gedaan dat Alkmaar kon worden aangemerkt als locatiesubsidiegemeente. Dat betekende enerzijds uit zicht op aanzienlijke bijdragen in de grondkosten. Anderzijds betekende het een zeer grote mate van regie door het Rijk, in de persoon van de Hoofdingenieur- Directeur voor de Volkshuisvesting (HID) in de provincie Noord-Holland. De ste- debouwkundige plannen moesten voor wat betreft dichtheid (aantallen woningen per hectare), grondgebruik (de verhouding tussen uitgeefbaar terrein, groenvoor ziening en verharding), niveau van de kosten (eenheidsprijzen voor civieltechni sche werken, kosten van het gemeentelijke apparaat), de toe te rekenen kosten voor bovenwijkse voorzieningen (parken, hoofdinfrastructuur), de hoogte van de opbrengsten (de grondprijzen voor woningbouw en andere bestemmingen) vol doen aan de door het Rijk voorgeschreven normen. Het op die manier becijferde tekort werd vervolgens weggesubsidieerd (tekortfinanciering). Deze wijze van wer ken was zeer arbeidsintensief Het opstellen van subsidieaanvragen en deze vervol gens eerst ambtelijk en veelal daarna bestuurlijk tot in detail bespreken vergde veel energie. Datzelfde gold ook voor de jaarlijks op te stellen verantwoordingen over de plannen. Ook waren regelmatig bijstellingen nodig van de plannen en de subsidie afspraken. Een zeer ingrijpende wijziging betrof de omzetting van plannen voor duurdere koopwoningen naar gesubsidieerde woningen beginjaren tachtig. Het instorten van de markt voor koopwoningen, als gevolg van de slechte economie en de stijgende hypotheekrente, maakte de plannen voor duurdere, (bijna) ongesubsi dieerde woningen onuitvoerbaar. Hierdoor dreigde stagnatie op te treden in de voortgang van de woningbouw en daardoor kwam ook als gevolg van oplopende rentekosten, de grondexploitatie van de plannen onder druk. In die jaren was een beroep op het Rijk meestal niet tevergeefs. Via extra objectsubsidies voor de woningbouw en een verhoging van de locatiesubsidie werd het financiële gat gedicht en kon de woningproductie op peil blijven

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1997 | | pagina 78