gemeentelijke stedebouwkundige afdeling een coördinerende rol.
Voor zover nu mogelijk is, kunnen de volgende kenmerken van de derde plangenera
tie genoemd worden:
- een nadrukkelijke structurering en fasering van de planvorming;
- rationaliteit in de hoofdopzet;
- versobering in de detaillering;
- meer aandacht voor de vormgeving van het stedebouwkundig ontwerp van de hele
wijk;
- meer aandacht voor de samenhang tussen de afzonderlijke plandelen, zowel in
functionele zin als in de vormgeving;
- meer aandacht voor de 'grotere lijnen', hetzij als zichtlijnen hetzij als relatielijnen;
- een heldere verkavelingsstructuur.
Voorbeelden van deze derde plangeneratie zijn de plannen voor Daalmeer-Zuidoost
en Daalmeer-Noordwest.
Stadsdeelcentrum 'De Mare'
Met betrekking tot het spreidingspatroon van de winkelvoorzieningen werd in de
Structuurnota Alkmaar-Noord van 1974 gesteld dat er in dit gebied 'slechts sprake zal
kunnen zijn van één stadsdeelcentrum met daarnaast een drietal buurtcentra'. Verder
werd duidelijk gemaakt dat het stadsdeelcentrum weliswaar een functie voor geheel
Alkmaar-Noord zou moeten vervullen, maar dat dit nimmer ten koste zou mogen
gaan van de centrale functie van het in de binnenstad gelegen stadscentrum. Zou er
volgens het structuurplan Alkmaar-Noord in het stadsdeelcentrum ruimte moeten
zijn voor tussen de 19.200 en 21.500 m2 BVO, nader onderzoek in 1980 wees uit dat deze
oppervlakte maximaal 20.000 m2 mocht bedragen. Het programma waarmee de plan
vorming voor het stadsdeelcentrum van start ging, bevatte naast winkels overigens
een veel groter aantal voorzieningen, zoals een bibliotheek, een kerkelijk centrum, een
bioscoop met zaalaccommodaties, medische voorzieningen en bovendien boven en
naast de winkels in totaal 25.000012 kantoorruimte en circa 1.200 woningen. Dit hoge
aantal woningen was een gevolg van het feit dat het stadsdeelcentrum zelf slechts een
gedeelte zou beslaan van het totale gebied van De Mare, een oud poldertje waarvan de
contouren in de vorm van de ringsloot werden gehandhaafd. Met betrekking tot de
plannen voor De Mare diende dus onderscheid te worden gemaakt tussen het stads
deelcentrum en de woongebieden. Conform de werkwijze zoals deze was ontwikkeld
voor de woongebieden, ging begin 1978 ook voor De Mare een ontwerpteam van start,
samengesteld uit diverse deelplanarchitecten, een vertegenwoordiger van de afdeling
Stedebouw en een conditionerend architect. Anders dan in de woonwijken werden
door de stedebouwkundige een aantal duidelijke uitgangspunten aan het ontwerp
team meegegeven. Deze uitgangspunten behelsden de volgende aspecten: