De voornaamste percelen grond die in 1964 in erfpacht waren uitgegeven zijn: - het schiereiland van het Afgesneden Kanaal vak; - het terrein van de groenten- en fruitveiling; - het terrein van het proefstation voor de groententeelt in de volle grond; - het terrein der n.v. Buighout; - het terrein van 210 woningen van Strokenbouw; - het terrein van het bodencentrum. Alkmaar groeide in de jaren 1947-1967 van 37.500 tot 51.500 inwoners. Toen het bericht over de geboorte van de 50.000ste Alkmaarder in de krant stond, belde prins Claus Wytema op om hem te feliciteren met dit feit. Deze koninklijke belangstelling ont lokte de eerste burger de uitspraak dat Alkmaar een mijlpaal had bereikt. Vrijgevig Onder leiding van Wytema voerde de gemeente in de periode 1955-1963 een vrijgevi ge huisvestingspolitiek, voor diegenen die voor zichzelf een woning kochten of lieten bouwen. Er bestond nauwelijks een vorm van grondpolitiek. Vrije vestiging en vrije verkoop was toegestaan. In mei 1964 besloot de gemeenteraad dat de vrije vestiging moest worden opgeheven; evenwel voor duurdere woningen werd een soepel huisves tingsbeleid gevoerd. In 1961 repte OW-directeur Meima in het jaarverslag zonder schroom over het onder houd van gemeentewoningen: "Jaar in, jaar uit moet een groot aantal van deze woningen met kunst en vliegwerk bewoonbaar worden gehouden, hetgeen veelal een onmogelijke taak is, zeker omdat de bedragen die voor onderhoud mogen worden besteed aan de lage kant zijn. Ook in 1961 heeft een deel van de bewoners van slecht onderhouden panden de huur onregelmatig of geheel niet voldaan". De burgemeester verzuchtte in 1967 dat 'de vaart er een beetje uit is in Alkmaar'. Wilde Alkmaar in 1973 bouwen, dan moest men al in 1968 beginnen met de stedebouwkun- dige voorbereiding en de vaststelling daarvan door de gemeenteraad, daarna met de grondaankoop en ten slotte met de uitgifte aan woningbouwverenigingen en parti culieren. Aldus de mening van Wytema. Toen de burgemeester zijn zorgen uitte, had hij een aantal forse tegenvallers achter de rug. In 1958 kwam het eerste basisplan aan de orde in de gemeenteraad, waarvan Professor Wieger Bruin de bedenker was. Alle grachten, met uitzondering van de Oudegracht en de Lindegracht, moesten worden gedempt. Er zou een noord-zuid-ver- keersader dwars door de binnenstad van Baansingel naar Kanaalkade komen.Van het Luttik Oudorp zou een doorbraak naar de Friesebrug komen. Een groot aantal panden zou moeten worden gesloopt. Het grondbedrijf zou als 'administratieve organisatie' het gerichte aankoopbeleid registreren. Maar de gemeenteraad was nog niet zover. De eerste versie van het basisplan was veel te ingrijpend. Twee jaar later lag er een tweede

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1997 | | pagina 54