het college. Maar midden jaren vijftig was, dankzij nieuwe 'baanbrekende' stede- bouwkundige inzichten, en doordat de woningbouw na de oorlog 'een ander vluchti ger aanzien' had gekregen, het vraagstuk van de erfpacht in een nieuw stadium geko men. Het is duidelijk dat Meima een voorstander was van het uitgeven van grond in erfpacht. Sloopmiddel Meima: "Thans moet degemeente om belangrijke wijzigingen te kunnen aanbrengen sanering binnenstad) tot aankoop of onteigening overgaan waarmeegrote bedragen zijngemoeid. De kos ten zullen vee! minder zijn wanneer de grond eigendom is van degemeente en in erfpacht is uitge geven", stelt de directeur vast. Meima zei te vrezen dat door het gebruik van minder goede bouwmaterialen na de oorlog, wijken in de toekomst veel eerder gesloopt zou den moeten worden dan tot dan toe gebruikelijk was. Erfpacht was dan ook het mid del voor de gemeente om daadwerkelijk snel te kunnen slopen en herbouwen. De O W-directeur had ook een duidelijke visie wat betreft de bepaling van de verkoop prijs van gemeentelijke grond. Zodra terrein bouwrijp was, werd het verkaveld en uit gegeven en werd de verkoopprijs bepaald door de totale kosten die de gemeente had moeten maken, te delen door oppervlakte van het verkregen bouwrijpe terrein. Op Het college van b en w in 1963 onder leiding van burgemeester H. Wytema. Links van Wytema wethouder G.H. Hoytink

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1997 | | pagina 50