Bij de verdediging van het voorstel betoogde Thomsen: "Men doet het voorkomen alsof hetgeen Burgemeester en Wethouders voorstellen, iets zeer bijzonders zou zijn, wat tenslotte een gevaar voor het grondbedrijf zou opleveren. Uit bedrijfsbegrootingen van verschillendegemeen ten zou spreker kunnen laten zien, dat dit bezwaar niet bestaat, althans dat in die gemeenten de regeling is opgenomen, die Burgemeester en Wethouder zouden wenschen... Uit een oogpunt van bedrijf hoeft dus tegen deze regeling geen bezwaar te worden gemaakt". Maar de gemeente raad wilde er niet aan en het voorstel werd afgestemd. Een jaar later was er wederom een niet-sluitende begroting. Opnieuw kwam de kwestie van de rente-uitkering door het grondbedrijf aan de orde en opnieuw ontstond er discussie. Wethouder Leesberg was nog steeds tegen. Hij werd daarin gesteund door het raadslid Vogelaar. "Er moet wel een zeer ernstige reden zijn, waarom Burgemeester en Wethouders deze zaak opnieuw aan hangig maken, nadat verledenjaar een voorstel van dezelfde strekking is verworpen", zo stelde Vogelaar tijdens de vergadering van 17 maart 1927. Zelf meende hij dat het voor een keer geen kwaad kon om geld uit het grondbedrijf te nemen, maar hij vreesde "dat voortaan automatisch eik jaar hetzelfde bedrag zal worden afgeschreven". Later in de discussie herhaalde hij zijn standpunt en voegde toe "dat zijn bezwaar hier- in gelegen is, dat men een jaarlijks terugkeerenden last op het grondbedrijf legt zonder dat men weet of hetgeen de gemeente t engoede komt, inderdaad winst is." Laiys de royaal opgezettejuliana van Sroiber^Iaan verkocht het grondbedrijf grond voor villabouw. 36

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1997 | | pagina 36