-
ook hier sprake van een neutrale en een katholieke voorziening. En evenals de
bejaardenhuizen werden ook de ziekenhuizen fraai gesitueerd, temidden van veel
groen. De ziekenhuizen hebben overigens een andere achtergrond en ontstaansge
schiedenis. Aan de verwezenlijking van de plannen voor beide ziekenhuizen ging
bovendien de nodige strijd vooraf, die bekend staat als de Alkmaarse
Ziekenhuiskwestie.
Uiteindelijk kwam er een neutraal ziekenhuis aan de rand van de Alkmaarderhout,
in de voormalige Cadettenschool aan de Wilhelminalaan. Men begon met de ver
bouwing in 1927 en in 1929 konden de eerste patiënten opgenomen worden. Het
nieuwe ziekenhuis diende ter vervanging van het oude stadsziekenhuis in de bin
nenstad. De mooie tuin achter het ziekenhuis werd in de loop der jaren steeds meer
volgebouwd.
Tussen 2925 en 2927 lieten de katholieken het St.-Elisabethziekenhuis bouwen ter
vervanging van een veel kleiner gasthuis aan de rand van een luxueuze villawijk,
het Emmakwartier. De bekende architect Jan Stuyt was de ontwerper van het com
plex. Jarenlang lag er een imposante tuin rond het complex, waarvan niets over is,
omdat ook dit ziekenhuis in de loop der tijd diverse uitbreidingen op eigen terrein
realiseerde. Wat er nog aan grond rest, is als parkeerplaats in gebruik.
Prijzen bouwterreinen
Anders dan bijvoorbeeld in Amsterdam werden in Alkmaar de gronden waarop
gebouwd zou worden, normaliter niet in erfpacht uitgegeven, maar verkocht. In
het debiteurenboek zijn de grondaankopen vanaf 1922 te volgen. Over het algemeen
ging het om grond in wijken waar nieuwbouw zou plaatsvinden.
In praktijk werden er, met name de eerste jaren, vrij vaste grondprijzen voor de ver
schillende categorieën van bebouwing gehanteerd. Zo betaalde men voor grond
waarop men arbeiderswoningen wilde bouwen, tussen de 6 en 8 gulden per m2, ter
wijl men voor gewone middenstandswoningen op rond de ro gulden per m2 moest
rekenen. Grond voor betere middenstandswoningen en villa's was duurder. Hier
diende men meestal 12 tot 15 gulden per m2 neer te tellen.
Slechts een enkele keer, zo meldde Schenk in het eerder genoemde gedenkboek voor
Wendelaar, werden in de periode 1920-1924 ter bestrijding van de woningnood
enige bouwterreinen beneden de kostprijs verkocht. Maar, voegde hij eraan toe: "In
het algemeen echter geschiedt de verkoop van den bouwrijpen grond naar markt
waarde".
Voor de grond aan het Scharloo, waarop na de verbreding van de straat nieuwe
woonwinkelhuizen zouden verrijzen, vroeg het grondbedrijf in 1925 zeer hoge prij
zen, namelijk 25 tot 30 gulden per m2. Het ging hier echter niet om terrein dat was