gesteld, wat het grondbedrijf elk jaar aan rente en aflossing zal hebben te betalen".4 hi Zo kwam het dat in het jaarverslag van 1921 geschreven moest worden: "In verband ei met de reorganisatie in de administratie der gemeente-eigendommen, werken en inrich- w tingen, kunnen wij U over het afgelopen jaar geene opgaven verstrekken". bc Pl Onder brengen gemeentegronden g In de zomer van 1922 was er eindelijk een lijst gereedgekomen van gemeentegron- V< den die zich leenden om bij het grondbedrijf te worden ondergebracht. Deze omvat- d< te onder andere gronden aan de noordzijde van de stad (langs de Noorderkade en de vc Frieseweg], aan de noordoostzijde (langs het Oudorperdijkje en de Tienenwal), aan in de oostzijde (langs het Zeglis), aan de zuidoostzijde (in de polder Overdie- en Achtermeer), aan de zuidzijde (langs het Kwerenpad], aan de zuidwestzijde (langs de O Westerweg) en aan de westkant (bij de Zocherstraat en langs de Bergerweg]. Zolang Bi er nog niet gebouwd werd, waren de gronden voor andere doeleinden in gebruik. h< Ja Zo werd een deel van de gronden langs de Noorderkade en de Frieseweg benut als dc volkstuintjes, terwijl op de grond aan het Kwerenpad, naast het Volksbadhuis van dc het Witte Kruis, een kwekerij was. Andere gronden dienden als weiland of als bouw- le land. Tot de gronden die bij het grondbedrijf werden ondergebracht, behoorden ook w enkele weilanden van de Gemeentereiniging langs het Zeglis. Deze leverden gras en hooi voor de paarden die de vuilniswagens moesten trekken. Kwestie Stadskwekerij Tijdens de raadsvergadering van 24 augustus 1922 werd er uitgebreid gedebatteerd over de vraag welke gemeentegronden in het grondbedrijf thuishoorden en welke niet. Belangrijkste onderwerp van discussie was de grond van de Stadskwekerij aan de Westerhout, gevestigd op het terrein achter de toenmalige Cadettenschool (later ingericht tot Centraal Ziekenhuis, thans Medisch Centrum Alkmaar). Wethouder mr. A.J.M. Leesberg van de Rooms-Katholieke Staatspartij was tegen het onderbrengen van de grond van de Stadskwekerij bij het grondbedrijf Hij vreesde dat de grond, als deze ondergebracht was bij het grondbedrijf, op enig moment geëxploiteerd zou worden als bouwterrein. Mocht het ooit nodig zijn de Stadskwekerij toch te verplaatsen, dan moest men naar zijn opvatting "diengrond bij den Hout voegen, maar men mag er nimmer huizen op gaan bouwen". Ook zijn partijge noot, raadslid G.T.M. van den Bosch, achtte het "niet juist dat door opneming van deze gronden in het grondbedrijf zij worden bestemd voor bouwterrein". Maar in tegenstelling tot Leesberg meende hij wel: "In elkgeval hoor en dezegronden in het grondbedrijf'. Het socia listische raadslid J. Westerhof, benadrukte: "In elke stad waar men een stadskwekerij heeft is die opgenomen in het grondbedrijf Waarom zou Alkmaar weer eens de uitzondering zijn?" Va Wethouder Thomsen, van de liberale Vrijheidsbond, wilde de grond opnemen in

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1997 | | pagina 28