getroffen en kunstig geschildert zyn Geen van deze portretten is thans meer bekend, noch in origineel, noch in prent of foto.4 Een indruk van wat Pronk zelf op het gebied van de portretkunst in Alkmaar presteerde, kunnen we slechts krijgen via het portret van Simon Eikelenberg, de bekende 18de-eeuwse Alkmaarse kroniekschrijver. Overigens is ook dit portret ons niet in origineel overgeleverd, maar slechts via een gravure van Jacobus Houbraken (1698-1780).5 Pronk als topografisch tekenaar Pas na verloop van tijd is Pronk zich gaan toeleggen op het genre waar hij uiteindelijk zijn grootste roem aan dankt: de topografische teken kunst. Voor dit genre bestond in de 18de eeuw een enorme belangstel ling bij vele verzamelaars van tekeningen en prenten. Met name ama teur-historici die zich toelegden op de geschiedenis van hun land of stad, waren gretige afnemers. De vroegste topografische tekeningen die met zekerheid aan Pronk toegeschreven kunnen worden, stammen van omstreeks 1725. Aanvankelijk heeft hij veel in Noord-Holland gewerkt. Tal van plaatsen in deze provincie, zoals Alkmaar, Bergen, de Egmonden, Enkhuizen, Hoorn, Graft en Graftdijk, zijn al in de jaren 1725-1730 bezocht en in tekening gebracht. Dit gebeurde in opdracht van de Amsterdamse oud heidkundigen Andries Schoemaker (1660-1735) en diens zoon Gerrit (1692-1736). Evenals Pronk waren zij doopsgezind. Later volgden nog vele reizen die hem niet alleen in Noord-Holland brachten, maar ook in andere provincies. Vaak reisde hij samen met enkele vrienden en/of leer lingen, zoals de wat jongere Abraham de Haen (1707-1748).6 Ook zijn opdrachtgevers hielden hem regelmatig gezelschap op dergelijke reizen. Ter plekke werden de stads- en dorpsgezichten vastgelegd. Vervolgens werden ze thuis verder uitgewerkt. Was er veel vraag naar een bepaalde tekening, dan volgden er een of meer extra exemplaren, vaak met kleine onderlinge variaties. Op vele uitgewerkte tekeningen ziet men de afgekorte Latijnse woorden "del: ad viv:". Ook op de tekening van het interieur van de Grote Kerk is dat het geval. Voluit moeten zij gelezen worden als "delineavit ad vivum", hetgeen betekent: hij heeft naar het leven getekend. Deze woorden duiden erop dat er voorstudies ter plekke naar het leven gete kend zijn. Tekeningen als basis voor prenten De naar het leven gemaakte schetsen waren overigens niet altijd alleen bedoeld om nader te worden uitgewerkt in getekende vorm. Een aantal 6

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1996 | | pagina 6