Het gehele tongewelf is van begin af aan van enige beschildering voor
zien geweest. In het oosten kwam het Laatste Oordeel, gedateerd 1518
(niet zichtbaar op de tekening van 1733). De overige gewelfvakken wer
den in 1519 voorzien van een decoratieve omranding. Binnen elk vak
was een bepaald motief weergegeven, bijvoorbeeld een scheepje voor
het schippersgilde, een schaar voor het kleermakersgilde, enzovoort.14
Bij de restauratie van 1885 werd het houten tongewelf geheel ver
nieuwd. De oude beschilderde planken verdwenen via een omweg naar
het Rijksmuseum in Amsterdam. Bij de vorige restauratie (1923-1946)
keerde slechts een klein deel van de decoratief omrande vakken naar de
kerk terug. Zo komt het dat men thans deze slechts in het koor aantreft,
terwijl ze ten tijde van Saenredam en Pronk ook in schip, viering en
transepten aanwezig waren.
De glas-in-loodramen
Het kerkgebouw heeft grote vensters, vanouds onderverdeeld door mid
del van verticale stenen stijlen (montants) en horizontale ijzeren brugsta-
ven. Zo telden de vensters in de kooromgang vier rijen van vier pane
len, gevuld met glas-in-lood. Maar bij het venster dat links op de teke
ning van 1733 te zien is, is de onderste rij paneeltjes niet beglaasd, doch
dichtgezet met steen. Dat is nog steeds zo.
De meest gebruikte glasvorm in de glas-in-loodramen van de late mid
deleeuwen was een ruitvorm, die aan een "wybertje" doet denken. Wie
de tekening uit 1733 nauwkeurig bekijkt (bijvoorbeeld onder een ver
grootglas), kan zien dat alle ramen op dat moment nog steeds gevuld
waren met glas-in-lood in "wybertjes-vorm". Maar in het juist genoem
de venster in de zuiderkooronrgang zijn onderin twee kleine paneeltjes
te zien, waarin geen vulling van "wybertjes-glas" zit, maar van rechthoe
kige stukjes. Dergelijke rechthoekige stukjes glas werden in ons land
vanaf circa 1550 gangbaar.15 Niet alleen de glasstukjes zijn anders van
vorm in de twee onderpaneeltjes, er is ook sprake van een zwaardere
omranding.Vermoedelijk gaat het hier om raampjes die geopend konden
worden. Grote glas-in-loodramen met onderin kleine paneeltjes die naar
binnen toe geopend konden worden, trof men ook aan in een andere
kerk in de stad, de Kapelkerk. Saenredam legde dat duidelijk zichtbaar
vast in een tekening van de Kapelkerk uit 1661.16
Thans zijn de meeste vensters in de kerk voorzien van rechthoekige
stukjes glas-in-lood. Maar in de vensters van de kooromgang is nog altijd
het ruitvormige glas te zien. Het gaat daarbij echter niet meer om het
originele middeleeuwse glas, maar om een moderne vervanging volgens
het oude model.
11