XIII De restauratie van de kerk
Voor de instandhouding van de Grote of Sint Laurenskerk hebben onze
voorouders door de eeuwen heen veel overgehad. Uit de kerkelijke re
keningen blijkt dat aan het gebouw regelmatig omvangrijke onder
houdswerkzaamheden werden uitgevoerd. Naast het normale onder
houdswerk, zoals het herstel van de leibedekking en het loodwerk van
de goten, werd men geconfronteerd met verzakkingen en andere stabili-
teitsproblemen. In het begin van de 20e eeuw leidde dit uiteindelijk tot
een situatie waarbij moest worden besloten tot een grote algehele restau
ratie.
De eerste grote 20e-eeuwse restauratie (1923-1949)
In opdracht van de kerkvoogdij en onder leiding van de gerenommeer
de restauratiearchitect H. van der Kloot Meijburg werd in de jaren
1923-1949 het ingrijpende werk door
het bekende Alkmaarse bouwbedrijf
Ringers uitgevoerd. Onder vaak moei
lijke omstandigheden en gehinderd
door de materiaalschaarste in de oor
logsjaren wist men de enorme restau
ratie tot een goed einde te brengen.
Het gebouw werd van top tot teen
aangepakt. De stabiliteit werd vergroot,
doordat men op een aantal punten een
betonskelet inbracht. De vieringtoren
werd tijdelijk verwijderd om herstel
werkzaamheden te kunnen verrichten.
Hoewel de toen gebruikte restauratie
methodes ons nu wellicht wat te ri
goureus lijken en met name de ont-
pleistering van alle binnenmuren ook
toen al op veel weerstand stuitte,
dwingt de uiteindelijke prestatie groot
respect af. Zonder deze inspanningen
zou de kerk zonder twijfel tot een ruï-
De kerk in de steigers binnen. ne zijn vervallen.
Voorspel tot de tweede grote 20e-eeuwse restauratie
Materiaalschaarste heeft de kwaliteit van de eerste restauratie nadelig
beïnvloed. In zijn verslag gaf de architect zelf aan, dat hij de hoofdbrug-
68