{46}
Grote Kerk
nent, dat in
■n dat in de
in de loop
landsgren
zen norma
le, zoals we
twee kleine
ervormden
telijk zeer
enover het
■Is in kerk-
loop van
nderde dat.
i de orgels
indien ge-
of vervan-
elijke over-
:h verant
en voor de
in Alkmaar
al. In 1638
de bouw
;el tegen de
aanging van
koororgels,
naarse orgel
ïleiding van
larnaast gaf
s gebruike-
steden, elke
;rt van een
dereen vrij
en waarbij
ten gehore
Een orgel van groot formaat
Het grote westorgel is tot stand gekomen in de periode 1638-1646. Het
is een 24-voets orgel, d.w.z.dat de langste orgelpijpen 24-voet (ruim 7
meter) hoog zijn.Vader Galtus en zijn zonen Germer en Jacobus Hager-
beer uit Amersfoort bouwden het voor die tijd reusachtige instrument,
dat bestond uit drie manualen (een hoofdwerk, een bovenwerk en een
rugwerk) en een pedaal, alle met een indrukwekkende omvang. Zo was
de manuaalomvang van het hoofdwerk Fl-d3, van het rug- en boven
werk C-d3. Bovendien telde het pedaal liefst 35 toetsen, met een om
vang van drie octaven (Fl-fl). Het instrument werd gekenmerkt door
een grote verscheidenheid aan sologeluiden, zoals de Vox humana, de
Trompet en de Sesquialter.
Overigens kan men zich door de latere wijzigingen geen indruk meer
vormen van de oorspronkelijke klank.
Hel Van Hagerbeer-Schnitger orgel van onder afgezien.
De orgelkas
Het Van Hagerbeer-orgel werd voorzien van een hoge, ondiepe orgelkas.
Voor het ontwerp van de kas werd een gerenommeerde architect, Jacob
van Campen (1595-1657) uit Amersfoort aangetrokken. Hij was ook de
ontwerper van het Mauritshuis in Den Haag en het Amsterdamse stad
huis (later Paleis) op de Dam. Van Campen tekende een eenvoudige
rechthoekige kas, rustend op slanke, gegroefde zuilen en bekroond door
een groot driehoekig fronton. "Ad solius dei gloriam" "Tot eer van de
59