XI Het Van Hagerbeer/Schnitger orgel {46}
Het grootste inventarisstuk dat in de hervormde tijd aan de Grote Kerk
werd toegevoegd, is het orgel tegen de westwand. Het instrument, dat in
de 17e eeuw werd gebouwd door de familie Van Hagerbeer en dat in de
18e eeuw werd verbouwd door Frans Caspar Schnitger, heeft in de loop
der tijd een grote vermaardheid gekregen tot ver buiten de landsgren
zen.
Orgelspel bij de Hervormden
Het bespelen van orgels in de kerk was in de katholieke tijd een norma
le zaak geweest. De Grote Kerk in Alkmaar beschikte daartoe, zoals we
reeds zagen, over twee kleine
koororgels. De hervormden
stonden aanvankelijk zeer
gereserveerd tegenover het
gebruik van orgels in kerk
gebouwen. In de loop van
de 17e eeuw veranderde dat.
Inmiddels werden de orgels
onderhouden en, indien ge
wenst, vernieuwd of vervan
gen door de stedelijke over
heden, die zich verant
woordelijk voelden voor de
orgelkunst. Ook in Alkmaar
was dat het geval. In 1638
besloot men tot de bouw
van een groot orgel tegen de
westmuur ter vervanging van
de twee kleine koororgels.
Het nieuwe Alkmaarse orgel
diende voor begeleiding van
de kerkzang. Daarnaast gaf
de organist, zoals gebruike
lijk in de grote steden, elke
avond een concert van een
uur, dat voor iedereen vrij
toegankelijk was en waarbij
Het grote westoigcl, gebouwd in 1638-1642 door de familie Van oa- psalmmuziek ten gehore
Hagerbeer en gewijzigd in de 18e eeuw door Caspar Frans Schnitger. werd gebracht.
58