voltooiing van de Grote Kerk, kwam er al in 1511 een nieuw koororgel
gereed. Het was een zesvoets orgel (d.w.z. dat de langste orgelpijpen zes
voet oftewel ca. 1.90 meter lang zijn)
dat een plaats kreeg in de noorder-
kooromgang. Jan van Covelens
(men komt hem in de literatuur
ook wel tegen als Hans Coblenz),
een van de belangrijkste orgelbou
wers in ons land, was de maker.
Rond 1545 werd in de zuiderkoor-
omgang tegenover het eerste orgel
een tweede, kleiner koororgel opge
hangen, gebouwd door Claes Wil-
lemsz.
Toen er vanaf 1638 gewerkt werd aan
het grote orgel tegen de westmuur
van het schip, wilde men aanvankelijk
de beide koororgels samenvoegen
maar uiteindelijk liep het toch an
ders.
Het koororgel uit 1511 bleef op de
oorspronkelijke plek in de noorder-
kooromgang gehandhaafd en de al
verwijderde pijpen werden weer te
ruggebracht, daaronder enkele mooi
versierde. Tot de opmerkelijke onder-
delen behoren de bekroning van het
orgel, bestaande uit een grote open
peerspits, geflankeerd door twee
open naaldspitsen, en het orgelbal
kon, versierd met kleurige wapen
schilden.
Het koororgel van Jan van Covelens
uit 1511 is mede daarom zo bijzon
der, omdat het het oudste nog be
speelbare orgel is in ons land. Tege
lijk met de laatste restauratie van de
kerk is ook de restauratie van dit
koororgel ter hand genomen, en wel
door het bekende Zaanse orgelbou-
Detail koororgel. wersbedrijf Flentrop.
Het koororgel wan Jan van Covelens uit 1511, vóór de
restauratie. In 1996 werd de 19e-eeuwse mahonie-kleur
verwijderd en de muur achter het orgel gewit.
44