VIII Inrichting voor de katholieke eredienst Van de kerkinrichting in de katholieke periode zijn enkele stukken be waard, zoals het koorhek en de koorbanken. Aangezien het koor in de katholieke tijd als het voornaamste onderdeel van de kerk gold, kregen deze inventarisstukken een luxe uitstraling, bedoeld om de ruimte extra glans te geven. Ook het koororgel uit 1511 bleef behouden. Het koorhek uit ca. 1520. {26} Het koorhek Het was in de katholieke periode de gewoonte om het koor van de rest van de kerk af te scheiden door een hoog koorhek. Alleen wie krachtens hun functie op het koor moesten zijn, zoals de geestelijken die een mis opdroegen of de koorheren, mochten de ruimte betreden. Het rijk ver sierde koorhek van de Grote Kerk, uitgevoerd in laatgotische stijl, stamt uit ca. 1520. Na de Reformatie bleef het hek behouden, hoewel het strikt genomen niet meer nodig was. Het stond nu immers een ieder vrij op het koor te komen. Wel werd de toegang in het hek gewijzigd. In plaats van twee smalle deuren aan de zijkanten kwam er nu in het mid den een brede dubbele deur. 41

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1996 | | pagina 41