e Kerk aan
lier bevindt
id door ka-
een kop uit
1 tegelijk te
en worden
eldhouwde
kbare kop-
iet gewoon
stmuur nog
noordzijde
1 lange hals
vanden van
e genoemd,
;ang van el-
n waardoor
orium.
ssenzone te
duidelijk is:
ïpleet trifo-
iikte van de
iren van de
ium aange-
:e nis kreeg
je ontstond,
iten deurtje
xboven nog
rspronkelijk
nde zolder-
cerlevendigt
aktische (de
loud van de
versieren bij
Het triforium.
feestelijke gebeurtenissen.Voor kerkbezoek is zij ongeschikt. En het veel
gehoorde verhaal, dat dit de plek was, waar nonnen de mis bijwoonden,
moet dan ook naar het rijk der fabelen verwezen worden.
Het witten van de kerkmuren
Uit de kerkrekeningen blijkt dat de kerkmuren van begin af aan regel
matig werden gewit. 1 )at was niet alleen in Alkmaar zo, maar ook elders.
In de katholieke tijd konden deze witte muren als ondergrond dienen
voor wandschilderingen.
De Hervormden gaven de voorkeur aan effen witte wanden. Echter met
één uitzondering: aan het eind van de 17e eeuw kwam er een wand
schildering boven het grote orgel aan de westmuur, doch deze bladderde
af en werd al spoedig vervangen door de nu nog bestaande, die aange
bracht is op een houten schot.
Bij de vorige restauratie, die van 1923 tot 1949 duurde, werd de witte
pleisterlaag van de muren verwijderd. Een halve eeuw zijn de rood-gele
bakstenen die voor de binnenmuren van de Grote Kerk gebruikt waren,
in het zicht geweest. Alleen in de kapellen bleef het pleisterwerk altijd
behouden.
Inmiddels zijn de inzichten gewijzigd. Mede onder invloed van orgel-
liefhebbers, die erop wezen dat orgelklanken het best tot hun recht ko
men bij gepleisterde muren, kwam er bij de laatste restauratie in het
schip opnieuw een witte pleisterlaag.
33