siering in boeken. In Alkmaar treft men ze zowel in de Grote Kerk aan
als aan de stadhuistoren.
{12} In de Grote Kerk zitten de meeste in de kooromgang. Hier bevindt
zich tegen de oostmuur een aantal slanke kolonetten bekroond door ka
pitelen, die versierd zijn met merkwaardige koppen. Zo is er een kop uit
wiens mond ranken komen. Een andere is bezig twee mensen tegelijk te
verslinden. Een kapiteel laat drie koppen zien, die verbonden worden
door een slang die van de ene naar de andere mond loopt.
{13} In het westelijk deel van de kooromgang zitten gebeeldhouwde
consoles, waarop de gewelfribben rusten. Zij tonen vergelijkbare kop
pen. Hier is ook een kapiteel met drie koppen die samen niet gewoon
zes ogen hebben, maar slechts vier.
{14} Aan de andere kant van de kerk kan men tegen de westmuur nog
twee bijzondere gebeeldhouwde consoles vinden, een aan de noordzijde
met een vis en een aan de zuidzijde met een zwaan die zijn lange hals
naar achteren over zijn rug gebogen heeft.
De geheimzinnige triforiumzone
Bij de Brabants gotische basilieken ziet men dat de hoge wanden van
schip en koor zijn ingedeeld in drie zones.
De eerste zone, op de begane grond, wordt de scheiboogzone genoemd,
naar de bogen die schip en zijbeuken maar ook koor en omgang van el
kaar scheiden. De derde en hoogste zone, waar de vensters zijn waardoor
het daglicht naar binnen kan komen, heet lichtbeuk of clerestorium.
Tussen scheiboogzone en lichtbeuk is een geheimzinnige tussenzone te
onderscheiden, waarvan de functie niet op het eerste gezicht duidelijk is:
de triforiumzone. Kerken met dikke muren hebben een compleet trifo-
rium, dat wil zeggen een smalle loopgang, uitgespaard in de dikte van de
muur. Voor een dergelijke doorgaande loopgang zijn de muren van de
Grote Kerk niet dik genoeg. Daarom werd een schijntriforium aange
legd, bestaande uit een reeks van hoge, ondiepe nissen. Elke nis kreeg
een lage stenen balustrade, zodat een soort ondiep balkonnetje ontstond,
waar men net kan staan. Bovendien is er in elke nis een houten deurtje
dat toegang geeft tot de kappen boven de zijbeuken, en daarboven nog
een klein rond venstertje van natuursteen. Die venstertjes, oorspronkelijk
zonder glas of luikjes, gaven licht en lucht aan de achterliggende zolder-
kappen. Thans zijn ze dichtgezet met kleine plankjes.
De triforiumzone had zowel een versierende functie (zij verlevendigt
een groot stuk muur dat anders kaal gebleven was) als een praktische (de
ventilatie van de kappen boven de zijruimtes en het onderhoud van de
kerk). Men kon er ook gebruik van maken om de kerk te versieren bij
32