leveren voor de Grote Kerk. Kort tevoren had hij al een ander carillon
vervaardigd voor Alkmaar, namelijk voor de toren van de beroemde
kaaswaag (1687-1689). Op elke klok staat zijn naam met daarbij de La
tijnse woorden ME FECIT (heeft mij gemaakt).
Het carillon van de Grote Kerk heeft een omvang van drie octaven en
loopt van cl tot c4. Er zijn thans 35 klokken (dis 1 en fis 1 ontbreken in
de reeks), waarvan er 28 van De Haze zijn. Zeven klokken werden in
onze eeuw bijgemaakt door de bekende firma Eijsbouts in het Brabantse
Asten.
Carillons kunnen doorgaans
op twee manieren tot klinken
worden gebracht. Er is een
speeltafel of klavier, bestaande
uit een stelsel van stokken, die
via draden zijn verbonden met
de klokken. Bovendien zijn er,
net als bij een orgel, pedalen.
Door de stokken en de peda
len in beweging te brengen
kan een beiaardier muziek ten
gehore brengen. Daarnaast is er
een automatisch systeem, ver
gelijkbaar met een muziek
doos. Daarbij wordt gebruik
gemaakt van een reusachtige
trommel met gaatjes, waarin
via zogenaamde toonstiften de
gewenste melodie kan worden
gestoken.
Twee keer per jaar, in april en
september, worden er onder
leiding van de stadsbeiaardier
andere melodieën op de trom
mel gezet.
De vieringtoren met carillon en wijzerplaten.