{7} Noordportaal
Het noordportaal is een eenvoudige rechthoekige uitbouw, voorzien van
een zadeldakje. De muren zijn opgetrokken uit Belgische witte steen. In
de topgevel is een kleine nis, waarin vroeger een beeld zal hebben ge
staan.
{8} Westportaal met balgenhuis
In tegenstelling tot de drie andere portalen is dit niet opgetrokken uit
natuursteen, maar uit baksteen. Het onderste deel van rood-gele bak
steen is het oudste en komt reeds voor op de plattegrond van Drebbel
uit 1597. Het bovendeel van rode baksteen is jonger. Dit deel, dat van
een forse uitkraging is voorzien, kwam tot stand in de jaren 1638-1646,
tegelijk met het grote westorgel, en was bestemd tot balgenhuis. Hierin
kwamen zes blaasbalgen die het grote orgel van lucht moesten voorzien.
Toen het orgel in de 18exeeuw door Schnitger werd verbouwd, werd
hun aantal uitgebreid tot negen stuks.
{9} Traptorens
Het was gebruikelijk dat bij
een grote middeleeuwse
kerk tijdens de bouw voor
zieningen werden getroffen
voor het toekomstig onder
houd. Zo werden er slanke,
veelhoekige traptorens op
getrokken, waarin spiltrap-
pen die leiden naar kappen
en goten. De Grote Kerk
telt er verschillende: zowel
tegen de westgevel van het
gebouw, als tegen de tran
septen. Kleine openingen in
het muurwerk zorgen voor
licht en frisse lucht. Een van
de twee lage traptorens te
gen de westgevel heeft een
hoge steile spits, de overige
dragen bekroningen die
doen denken aan bolle hoe
den of uien.
Opmerkelijk is dat goten en
Een der slanke traptorens aan de westzijde
23