toegepast. Belangrijke groeven waren in Bentheim, niet ver van Olden- zaal. Hier kwam de bekende gelige Bentheimer zandsteen vandaan, die in Alkmaar onder andere zou worden toegepast voor de vensters van het koor. Bovendien is er her en der in het gebouw wat rode zandsteen ge bruikt, die in ons land bekend staat als rode Bremer, aldus genoemd naar de haven vanwaar de steen werd verscheept. Rode Bremer was vooral in de romaanse tijd een geliefde steensoort. Wanneer hij in gotische kerken is toegepast, gaat het vaak om herge bruikte steen, afkomstig uit een eerdere kerk. Tufsteen Aan de westzijde van de Grote Kerk zijn grote hoeveelheden tufsteen verwerkt -ook wel duifsteen ge naamd-, een vulkanische steensoort uit de Eiffel, die herkenbaar is aan de witte puimsteenkorrels (bims). Tuf steen, toegepast in gotische kerken, is doorgaans afkomstig van een ouder romaans gebouw. Zoals we zagen was voor de voorganger van de Gro te Kerk veel tufsteen gebruikt. Tus sen de grijze tufsteen van de muren der Grote Kerk zijn lagen van witte Belgische steen (speklagen). Wie goed kijkt, bemerkt dat ook de stijlen (montants) in vele vensters van tuf zijn, onder andere aan de westkant en aan de kapellen. Dit betreft echter geen oude toepas sing, doch een vervangende steen van de vorige restauratie. Leien Zoals gebruikelijk bij grote middeleeuwse kerkgebouwen is het kerkdak met leien gedekt. Ook de leien moesten van elders ingevoerd worden. Men onderscheidt verschillende manieren van leidekking. In sommige plaatsen in Noord-Holland komt vanouds een leidekking met rechthoekige leien voor (Maasdekking), elders geeft men de voor keur aan schubvormige leien (Rijndekking). Op de Grote Kerk is sprake van Rijndekking. Aan de hoekzuil van liet zuidportaal is een stuk rode Bremer zandsteen venverkt. 15

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1996 | | pagina 15