De opbouw: een basiliek Wat betreft de opbouw koos men voor een basiliek: een kerkgebouw met een hoge middenruimte (middenbeuk) en aan weerszijden lagere zijruimtes. Kenmerkend voor een basilicaal gebouw is dat de midden- beuk zo hoog is opgetrokken, dat er ruimte is voor grote vensters. Deze vensterzone van de middenbeuk wordt ook wel lichtbeuk genoemd of clerestorium. De hoogte van de middenbeuk, vanaf het maaiveld tot aan de daknok, bedraagt ca. 35 meter. Dat is voor Nederlandse begrippen een aanzienlij ke hoogte. De lage ruimtes langs het schip worden zijbeuken genoemd, in het ver lengde daarvan ligt rond het koor de kooromgang. Zowel de noorder-als de zuiderzijbeuk worden geflankeerd door kleine kapellen, die even hoog zijn als de zijbeuken. De noordelijkste kerk van de Brabantse gotiek De bouwstijl van de Grote Kerk is die van de Brabantse gotiek, een re gionale variant van de gotiek die tot ontwikkeling kwam in de 14e eeuw en 15e eeuw. Het centrum lag in het oude hertogdom Brabant. Vandaar verbreidde de stijl zich naar het noorden. Zo vindt men Bra bants gotische kerken in Brussel, Mechelen, Antwerpen, Bergen op Zoom, Breda, Hulst, Dordrecht, Den Haag, Leiden en Haarlem. De Gro te Kerk in Alkmaar is het noordelijkste voorbeeld. Een van de kenmerken van de Brabants gotische kerken is de toepassing van zuilen met koolbladkapitelen. Zij komen later, bij de behandeling van het kerkinterieur, aan de orde. Het meest gebruikte bouwmateriaal van de Brabantse gotiek is de Belgische witte steen. Zo ook bij de Grote Kerk. Witte arduin De steen, die thans meestal als Belgische witte steen wordt aangeduid, werd vroeger witte arduin genoemd. Het gaat om een lichte, zandige kalksteen, afkomstig uit Gobertange, ten zuidoosten van Brussel (Gober- tangesteen). Daarbij werd een wit-gelige steen gebruikt, afkomstig uit Lede, tussen Brussel en Gent (Ledesteen). Over het algemeen paste men de lastig te bewerken Gobertangesteen toe voor buitenmuren, terwijl de goed te bewerken Ledesteen voor raam-en deuromlijstingen werd ge bruikt, maar ook voor zuilen, kapitelen, gewelfribben en grafzerken in het inwendige der gebouwen. Bentheimer zandsteen en rode Bremer zandsteen Naast Belgische steen werd aan de Grote Kerk ook steen uit Duitsland 14

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1996 | | pagina 14