De oudste resten van de voorganger van de Grote Kerk die werden te
ruggevonden, stammen uit de 11e of 12e eeuw. Het gaat om een ro-
rnaans gebouw dat wellicht werd neergezet kort nadat Alkmaar een zelf
standige parochie was geworden. De overblijfselen werden gevonden in
het schip en in de viering van de Grote Kerk, ca. 2 meter onder de kerk
vloer. Aanvankelijk was er sprake van een tufstenen zaalkerk met een
recht gesloten koor {A}. De afmetingen, ca. 12x30 meter, waren voor
die tijd aanzienlijk. Er was overigens geen sprake van massief gemetselde
muren, maar van 'kistwerk', een destijds gangbare techniek waarbij alleen
de buitenkant uit metselwerk bestond en de kern uit een soort 'stortbe-
ton' van kalk en puin. Tegen de zaalkerk bevond zich aan de westzijde
een smallere tufstenen toren {B}.
Plattegrond van de huidige kerk, waarin aangegeven de resten van de voorganger.
De zaalkerk bleek gefundeerd op een onderlaag van 'platte rode stenen'
met daarop een pakket kiezelstenen. 'Platte stenen' staat tussen aanha
lingstekens want het gaat om brokstukken van oude Romeinse bakste
nen, vloertegels en dakpannen. Op drie Romeinse dakpannen staan mi
litaire stempels: LEGXXX (LEGio XXX het dertigste legioen,
gevestigd te Xanten) en EXGERINF (EXercitus GERtnaniae INFerio-
ris leger van Beneden-Germanië). Vermoedelijk zijn de bakstenen,
tegels en dakpannen samen met de tufsteen aangevoerd uit de ruïnes
van eeuwenoude Romeinse forten in midden-Nederland, in de middel
eeuwen geliefde winplaatsen van bouwmateriaal. De toren was anders
gefundeerd, namelijk op een schelpenlaag.
10