met vrijwel zuivere bruine klei was dichtgeslibd, maar deze sloot is van
later datum: op de bodem vonden we één scherfje 17de-eeuws steen
goed. Volgens historische bronnen werd hier in 1649 de houtzaagmolen
'De Ruiter' gebouwd, die pas in de 20ste eeuw is verdwenen.Tussentijds
is dit gebied nog wel opgehoogd- in de opgraving werd een pakket vui
le grijze klei met puin gevonden met 18de-eeuws scherfmateriaal. In de
18de/19de eeuw werd er ook een insteekhaven gegraven voor de hout
verwerking.
Van de zuidelijke poldermolen werd nog wel de molensloot aangetrof
fen. Deze was minstens 7-8 meter breed en opvallend genoeg niet voor
zien van houten beschoeingen of kades, zoals bij latere molens wel ge
bruikelijk was. De opgegraven sloot versmalde aan de oostkant van het
terrein maar we hebben geen hoogteverschil aangetroffen. Ook funde
ringen ontbraken- deze kunnen naderhand zijn opgeruimd maar het is
ook denkbaar dat op enig moment aan de oostkant een deel van de
sloot, tesamen met de molenresten, is verdwenen bij verbreding van de
Rekere, zodat we slechts de water-aanvoersloot hebben gevonden. Voor
afgaand aan het graven van de sloot was het gehele terrein opgehoogd
met zand en bruine kleibagger, vermoedelijk van het uitdiepen van de
Korte Vaart. Hierin werden nog enkele vroeg-16de-eeuwse potscherven
gevonden. Het in 1532 geleverde duinzand voor de molenerven is niet
teruggevonden.
Al met al was er dus weinig meer over van de beroemde molens. De op
graving heeft dan ook slechts een paar dagen geduurd.
De molensloot heeft nog wel een flinke hoeveelheid vondsten opgele
verd, vooral keramiek daterend van kort voor de sloop van de molen in
1591.
Peter Bitter
28