kamer waar'opgestoken' kon worden (drinken van een borreltje). Op de zolder was gelegenheid om in het hooi te slapen. Tot aan de sloop was het huisje van binnen bijna geheel nog in originele staat: dubbele bedsteden met daartussen een diepe kast. In deze kast een luik dat toegang gaf tot de bedsteekelders, in de gang een waterput afge dekt met een hardstenen deksel, in de hal het 'huisje' een plank met een emmer eronder. Deze informatie heb ik gekregen van de heer Winder, de vierde en tevens laatste generatie Winders die hier gewoond heeft. Het jaaghuisje aan het Zeglis Een recente anekdote van de heer Winder is, dat hij ongeveer 40 jaar een pad onder de houten vloer had wonen. Hij ving vliegen bij de ven- tilatieroosters in de muur onder de vloer. Bij het vernieuwen van de vloer heeft de heer Winder de pad gevangen en hij heeft hem weer on der de vloer gezet toen de klus klaar was. Tot twee jaar terug 'woonde' de pad 's winters onder de vloer op de plaats van de kachel. De heer Winder kon ook nog vertellen, dat de stolpboerderij naast zijn huis afkomstig is van de Vier Staten en in het verre verleden hier van daan verplaatst is naar het Zeglis om een eerdere boerderij te vervangen. Om nog wat te bewaren voor het nageslacht zijn het huisje en de stolp gefotografeerd en opgemeten door de Stichting Historisch Boerderij Onderzoek. Henk Krabbendam 22

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1996 | | pagina 22