Noten
schikte plek voor een dergelijk bedrijf.
De naam de Halve Maen is echter te Oudorp al rond 1539 in gebruik
en het is dus van belang om te weten of een brouwerij met die naam
toen al te Delft heeft bestaan.
Uit een onderzoek in het stadsarchief te Delft bleek dat de brouwerij De
Halve Maen daar al in 1564 werd genoemd. En in 1573 komt Huych
Jacobsz (van der Dussen), brouwer in de Halve Maen, voor op de lidma-
tenlijst van de Gereformeerde Kerk.'1 Hij werd in de Oude Kerk te Delft
begraven en zijn grafsteen is voorzien van het wapen van de familie van
der Dussen aangevuld met een halve maan. Naast het helmteken staan in
de bovenhoeken van de zerk nog eens twee halve manen. Het grafschrift
luidt: Sepulture van Huych Jacob Bruyns van der Dussen sterfa.o. 1587 de leste
Augusti en Magdalena Pieter Sasboutsd. zijn huisvrouwe sterf a.o. 1565 de eer
ste september.1
Gezien de sterfjaren van dit echtpaar is het dus mogelijk dat Huych
Jacobsz in 1539 al als bierbrouwer van de Halve Maen bekend was. Jacob
van der Dussen, die in 1611 eigenaar van de brouwerij was, zal een na
zaat van hem geweest zijn.
Al het vorenstaande maakt aannemelijk dat het huis de Halve Maen bij
de Nieuwe Vaart in Oudorp een herberg is geweest, die zijn naam ont
leende aan de Delftse brouwerij waarvan het benodigde bier werd be
trokken. De brug bij de Halve Maen werd daardoor de Halvemaansbrug
genoemd, welke naam tot op heden is blijven bestaan.
J.P. Geus.
1. G. Boomkamp, Alkmaar en deszelfs geschiedenissen enz. Rotterdam 1747, pag. 64.
2. A.R.A. Grafelijkheidsrekenkamer Rekeningen inv.nr. 1170 fol. 7v.
3. De Vroonlanden bij Alkmaar 1531-1724 deel I en II, samengesteld door J.P. Geus.
4. Kaartboekje in het Alkmaarse Stadsarchief inv. nr. 1774 (Zie als toelichting bij dit boek
je het artikel van J. Belonje in Bijdragen voor de geschiedenis van het Bisdom Haarlem
deel 45 (1927), pag. 146 e.v.)
5. Regionaal archief Alkmaar. Oud rechterlijk archief Koedijk inv. nr. 6218 fol. 77, 109 en
159.
6. Stadsarchief Delft. Collectie fiches op huisnamen.
7. Grafboek van de Oude Kerk te Delft bewerkt door van Berensteyn pag. 149 nr. 329.
16