refter: de eetzaal voor de zusters. Daarbij is de refter onder gesitueerd en de kapel boven, op de verdieping, een opzet die men kende uit de tradi tionele kloosterarchitectuur. Het gaat om een mooi opgezet en gedetail leerd onderdeel van het gebouw, waarin ontleningen aan diverse vroege re bouwstijlen te vinden zijn. Buiten valt de zuilengang rond de koorab sis op. Deze onttrekt de refter, die oorspronkelijk van openslaande deu ren was voorzien, aan het oog van de voorbijgangers. De slanke zuilen waren destijds begroeid met klimplanten. Het interieur van de kapel Wie de kapel betreedt, ziet een eenbeukige rechthoekige ruimte voor zich, overspannen door een tongewelf. Aan het eind is een halfronde koorabsis. Zowel het tongewelf, als de halve koepel die de absis bekroond, zijn voorzien van ondiepe cassettes, een motief dat de Romeinen al gebruikten, en dat later tijdens de renaissance opnieuw veel werd toegepast. Uit oude foto's blijkt dat het cassettenplafond in twee tinten geschilderd was: de cassettes (verdiepte velden) zelf donker, de randen eromheen in een lichtere kleur. Ook is op oude foto's te zien, dat er op de triomfboog tussen schip en koor woorden aangebracht waren: "AAN GOD ALLEEN ALLE EER EN GLORIE." De koorabsis heeft zeven kleine rondboogvensters. Kort voor 1930 wer den zij voorzien van voorstellingen in gebrandschilderd glas-in-lood, waarover later meer. Het muurwerk onder de ramen was aan het oog onttrokken door een gordijn. De absis bood plaats aan een altaar. Aanvankelijk heeft er het altaar, afkomstig uit de kapel van het vroegere St.-Elisabethgesticht aan de Emmastraat gestaan. Later kwam er een moderner altaar: een tafelblad, rustend op zeer zware ronde kolommen, uitgevoerd in trachiet. Op de altaartafel een fors rond tabernakel met een rijkbewerkte sleutel, waarop de naam van het zie kenhuis te lezen staat, omgeven door bloemranken. Niet alleen de koorabsis, ook het schip heeft rondboogramen. Deze wer den in de loop van de jaren '30 eveneens gevuld met gebrandschilderd glas-in-lood. Aan elke kant zijn vier ramen te vinden. In het schip wer den de banken uit de oude ziekenhuiskapel opgesteld. In tegenstelling tot het altaar werden de banken nooit door nieuwere vervangen. Wel werd in later tijd een aantal banken verwijderd om op die manier meer plaats te hebben voor patiënten in bedden en rolstoelen. Boven de ingang is een galerij die plaats biedt aan orgel en koor. De galerij is toegankelijk vanaf de kapverdieping. Zij wordt afgesloten door een houten balustrade met balusters. 14

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1996 | | pagina 16