Het bewogen leven van Maartje Karssen De naam wordt geschreven als Kars, Karsen, Karssen, Karste, Karsten, Carsen enz.. Als we de naam ver genoeg zouden kunnen terugvoeren vin den we misschien een patroniem aan het begin. Het feit dat ene Krijn, die in 1625 en 1632 een kind liet dopen, zowel als Krijn Carssen als Krijn Corstiaensz werd ingeschreven, zou daarop kunnen wijzen. Mogelijk ook was Kars (kers) een bijnaam. In alle geval was de naam voor onze heldin reeds tot familienaam geworden, terwijl haar vader en grootvader soms onder patroniem en soms met de bijvoeging Karsen (met de varianten van dien) figureerden. Het was een eenvoudige familie waaruit Maartje stamde. Zo eenvoudig zelfs, dat tijdgenoot en aartsroddelaar Hendrik de Vries, die in zijn "Genealogisch-historisch dagboek der stede Alkmaar" de schandalen en schandaaltjes van dag tot dag noteerde geen aandacht aan haar heeft geschonken.' Maartje werd op 28 maart 1688 in de Nederlands Hervormde Kerk te Alkmaar gedoopt als dochter van de timmerman Thomas Willemsz en Maartje Jacobsdr. Ook de vader van Thomas, genaamd Willem Jansz (Kars) was timmerman, evenals de broer Jan Willemsz, die het bracht tot timmer baas van de Uitwaterende Sluizen. Het echtpaar kreeg behalve Maartje nog zes kinderen, waarvan er drie jong overleden. Thomas werd 10 juli 1698 op het kerkhof begraven, hetgeen geen grote welstand doet vermoe den. Zijn vrouw, die zich soms Marijtje Jacobsdr Kist noemde, zou hem meer dan veertig jaar overleven. Zij werd op 21 november 1739 in de Grote Kerk begraven. De weduwe en haar kinderen woonden op de Voormeer. Op een zeker moment werd Maartje dienstmeid bij het echt paar PothofF op het Luttik Oudorp. Anthony PothofF en zijn vrouw Eva Langereys waren op 30 juni 1703 met attestatie van Amsterdam naar Alkmaar gekomen. PothofF was een welgesteld man, die zich kennelijk uit de zaken had teruggetrokken. Vanwege zijn maatschappelijke status werd hij in 1704 door de Alkmaarse regenten vereerd met het ambt van pesthuismeester. Hij bezat huizen, bedrijfspanden en pakhuizen te Amsterdam, waarvan hij de meeste in de loop der jaren verkocht. De opbrengst, zo'n 20.200,= belegde hij in obligaties. Omgerekend naar de huidige geldswaarde was hij miljonair. Een en ander blijkt uit de boedelscheiding, welke werd opgemaakt na het overlijden van Eva Langereys.2 Eva was lang niet zo gefortuneerd. Zij bezat een obligatie van 1.400,=, enige invorderbare schulden ten laste van familieleden en voorts sieraden, kleding en 16 geschilderde familie portretten. De oorsprong van het vermogen van Anthony PothofF is duister. Hij was 7

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1995 | | pagina 7