zou tot 21 december 1713 duren aleer de zaak op de rol werd gebracht.'4 Als echtgenote stond Maartje onder de voogdij van haar man en dus moest zij van schepenen van Alkmaar toestemming krijgen om te mogen procederen (het zgn. veniam agendi). Op laatstgenoemde datum kwam dus de zaak voor, waarbij de advocaat van Anthony Pothoff copie vroeg "van tgunt waerop den eysch wert gefundeert". Door het verloren gaan van het oudste deel van het Rechterlijk Archief is het helaas niet mogelijk te achterhalen wat Maartje in concreto heeft geëist. Vroeg zij echtschei ding of slechts een menswaardig bestaan? Hoe het ook zij, reeds op 23 januari 1714 werd het proces gestaakt, want er was een kind op komst. "Met de trekschuit door het Noordhollands landschap (CoU. Atlas Rcg.Archief, inv.nr.2272) Op die dag werd een notariële akte opgemaakt waarbij Anthony en Maartje zich verzoenden.15 Maartje zou de benodigdheden voor de huis houding ontvangen, alsook huishoudgeld, zodat ze niet voor elke kleinig heid bij Anthony behoefde aan te kloppen. Ook zou ze vier obligaties, te zamen groot 4.400,= krijgen ter verzekering van haar douarie, van welke obligaties Anthony gedurende zijn leven de rente zou beuren. Tevens beloofde Anthony de kosten van de procedure voor het gerecht van Alkmaar en voor het Hof van Holland te zullen betalen, terwijl Maartje beloofde haar man goed te zullen behandelen, op straffe van ver lies van haar douarie. Dan volgt de merkwaardige bepaling, dat Maartje schadeloos gesteld zou worden indien de sieraden met diamanten, de ring met diamanten en de bijbel met goudbeslag, welke Anthony aan Maartje als morgengave (het geschenk na de huwelijksnacht) had geschonken, aan 11

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1995 | | pagina 11